KC04/24-0042
Non fondée
KC - Beveren
Commission des plaintes
Autre décision directeur
Disciplinaire
TUCHT - ARBEID - ONTSLAG
De klacht is tweevoudig en betreft een tuchtbeslissing enerzijds en een afzetting van werk anderzijds.
Wat betreft de tuchtbeslissing:
Klager werd tuchtrechtelijk gesanctioneerd voor het geen gevolg geven aan de aanmaningen en de bevelen van het personeel van de gevangenis (tuchtinbreuk tweede categorie). Hij kreeg hiervoor
een bijzondere tuchtsanctie van zeven dagen niet werken.
In het RAD staat te lezen dat klager zijn aangewezen taak niet op een adequate manier uitoefende en de bevelhebbende op een denigrerende manier heeft aangesproken.
Op de tuchtrechtelijke hoorzitting ontkent klager dat er een incident is geweest, waarbij hij denigrerend is geweest. Hij ontkent ook dat er een gespannen sfeer was. De directeur acht de tuchtinbreuk toch als bewezen.
Het RAD dat ten aanzien van klager werd opgesteld, is naar het oordeel van de klachtencommissie gedetailleerd en nauwkeurig. Uit dit RAD blijkt duidelijk hoe de situatie zich heeft ontwikkeld en in welke context klager bovengenoemde verklaringen heeft gedaan. Daartegenover staat de ontkenning door klager van de feiten. Dit is volgens de klachtencommissie onvoldoende om te twijfelen aan de waarachtigheid van het RAD. Dat de directie de feiten dan ook bewezen achtte en klager hieraan schuldig achtte, is niet onwettig, onredelijk of onbillijk.
De feiten werden gekwalificeerd als een tuchtrechtelijke inbreuk van de tweede categorie, met name het geen gevolg geven aan de aanmaningen en de bevelen van het personeel van de gevangenis.
Klager kreeg hiervoor een bijzondere tuchtsanctie opgelegd waarbij hij gedurende zeven dagen niet mocht werken.
De maximumsanctie voor een tuchtinbreuk van de tweede categorie is een verbod van vijftien dagen. Bovendien heeft de directie gemotiveerd hoe de bijzondere tuchtsanctie in verband staat met de
aard of de omstandigheden van de tuchtrechtelijke inbreuk, zoals vereist door de Basiswet. In de tuchtbeslissing staat het volgende te lezen: “in een werkplaats is vereist dat de instructies nauw
worden opgevolgd om zo de veiligheid te kunnen garanderen.”
De tuchtsanctie is aldus wettelijk.
De klacht is tweevoudig en betreft een tuchtbeslissing enerzijds en een afzetting van werk anderzijds.
Wat betreft de tuchtbeslissing:
Klager werd tuchtrechtelijk gesanctioneerd voor het geen gevolg geven aan de aanmaningen en de bevelen van het personeel van de gevangenis (tuchtinbreuk tweede categorie). Hij kreeg hiervoor
een bijzondere tuchtsanctie van zeven dagen niet werken.
In het RAD staat te lezen dat klager zijn aangewezen taak niet op een adequate manier uitoefende en de bevelhebbende op een denigrerende manier heeft aangesproken.
Op de tuchtrechtelijke hoorzitting ontkent klager dat er een incident is geweest, waarbij hij denigrerend is geweest. Hij ontkent ook dat er een gespannen sfeer was. De directeur acht de tuchtinbreuk toch als bewezen.
Het RAD dat ten aanzien van klager werd opgesteld, is naar het oordeel van de klachtencommissie gedetailleerd en nauwkeurig. Uit dit RAD blijkt duidelijk hoe de situatie zich heeft ontwikkeld en in welke context klager bovengenoemde verklaringen heeft gedaan. Daartegenover staat de ontkenning door klager van de feiten. Dit is volgens de klachtencommissie onvoldoende om te twijfelen aan de waarachtigheid van het RAD. Dat de directie de feiten dan ook bewezen achtte en klager hieraan schuldig achtte, is niet onwettig, onredelijk of onbillijk.
De feiten werden gekwalificeerd als een tuchtrechtelijke inbreuk van de tweede categorie, met name het geen gevolg geven aan de aanmaningen en de bevelen van het personeel van de gevangenis.
Klager kreeg hiervoor een bijzondere tuchtsanctie opgelegd waarbij hij gedurende zeven dagen niet mocht werken.
De maximumsanctie voor een tuchtinbreuk van de tweede categorie is een verbod van vijftien dagen. Bovendien heeft de directie gemotiveerd hoe de bijzondere tuchtsanctie in verband staat met de
aard of de omstandigheden van de tuchtrechtelijke inbreuk, zoals vereist door de Basiswet. In de tuchtbeslissing staat het volgende te lezen: “in een werkplaats is vereist dat de instructies nauw
worden opgevolgd om zo de veiligheid te kunnen garanderen.”
De tuchtsanctie is aldus wettelijk.