TUCHT - TAAL - RECHT VAN VERDEDIGING
Aangezien de beslissing waartegen een klacht wordt ingediend duidelijk wordt weergegeven in het Nederlands en hoewel de motieven in het Engels zijn geschreven, oordeelt de Beroepscommissie dat hieromtrent een zekere soepelheid aan de dag gelegd moet worden. Ze volgt het standpunt van de Klachtencommissie om de klacht ontvankelijk te verklaren. De gedetineerde kan bij het opstellen van zijn klacht bijgestaan worden door een medegedetineerde, een vertrouwenspersoon, een advocaat of een personeelslid van de penitentiaire administratie. Er is een rol weggelegd voor de penitentiaire administratie, zij kan beroep doen op elk redelijk vertaalmiddel om de gedetineerde de inhoud en inlichtingen te laten verstaan. Het inrichtingshoofd brengt in het beroep niet voldoende elementen aan die aantonen dat geïntimeerde wel degelijk kon verstaan wat hem ten laste werd gelegd en dat hij in de mogelijkheid was om zich te laten bijstaan door een advocaat. Dit maakt een schending uit van art. 144§4 en §7 van de Basiswet. Het beroep is ongegrond.
Aangezien de beslissing waartegen een klacht wordt ingediend duidelijk wordt weergegeven in het Nederlands en hoewel de motieven in het Engels zijn geschreven, oordeelt de Beroepscommissie dat hieromtrent een zekere soepelheid aan de dag gelegd moet worden. Ze volgt het standpunt van de Klachtencommissie om de klacht ontvankelijk te verklaren. De gedetineerde kan bij het opstellen van zijn klacht bijgestaan worden door een medegedetineerde, een vertrouwenspersoon, een advocaat of een personeelslid van de penitentiaire administratie. Er is een rol weggelegd voor de penitentiaire administratie, zij kan beroep doen op elk redelijk vertaalmiddel om de gedetineerde de inhoud en inlichtingen te laten verstaan. Het inrichtingshoofd brengt in het beroep niet voldoende elementen aan die aantonen dat geïntimeerde wel degelijk kon verstaan wat hem ten laste werd gelegd en dat hij in de mogelijkheid was om zich te laten bijstaan door een advocaat. Dit maakt een schending uit van art. 144§4 en §7 van de Basiswet. Het beroep is ongegrond.