KC32/24-0067
Non fondée
KC - Turnhout
Commission des plaintes
Pas de décision du directeur
STAKING - RECHTEN VAN VERDEDIGING
Klager voert aan dat hij (op de dag van de personeelsstaking) niet naar de rechtbank werd overgebracht voor inzage van de overtuigingsstukken in zijn strafdossier. Het is de bevoegdheid en verantwoordelijkheid van de directie om de nodige maatregelen te nemen om in geval van staking de rechten van gedetineerden te waarborgen (artikel 4 j° artikel 16 van de Wet van 23 maart 2019 ). Bij gebreke aan maatregelen kan er sprake zijn van een verzuim om een beslissing te nemen in de zin van artikel 148 Basiswet. De directie dient deze verplichting hoe dan ook te vervullen ten aanzien van elke gedetineerde, los van enig uitdrukkelijk verzoek. Het gaat in die zin dan ook om een verzuim om een individuele beslissing te nemen ten aanzien van de gedetineerde. (BC/23-0006) De klacht is ontvankelijk.
Artikel 17 van de Wet van 23 maart 2019 bepaalt: “Teneinde de veiligheid en de gezondheid van de opgesloten personen te verzekeren, wordt tijdens de gehele duur van de staking minstens op dagelijkse basis erin voorzien dat elke gedetineerde: (…) 6° zijn rechten op verdediging kan uitoefenen (…)”. In het voorliggend dossier is de klachtencommissie niet van oordeel dat er sprake is van een schending van de rechten van verdediging doordat klager één werkdag van de vijf de overtuigingsstukken niet kon gaan inkijken. Uit het dossier blijkt geenszins dat klager hierdoor werkelijk enige schade ondervond, bijvoorbeeld omdat deze situatie zich kort voor zijn procesdatum voordeed. De klacht is ongegrond.
Klager voert aan dat hij (op de dag van de personeelsstaking) niet naar de rechtbank werd overgebracht voor inzage van de overtuigingsstukken in zijn strafdossier. Het is de bevoegdheid en verantwoordelijkheid van de directie om de nodige maatregelen te nemen om in geval van staking de rechten van gedetineerden te waarborgen (artikel 4 j° artikel 16 van de Wet van 23 maart 2019 ). Bij gebreke aan maatregelen kan er sprake zijn van een verzuim om een beslissing te nemen in de zin van artikel 148 Basiswet. De directie dient deze verplichting hoe dan ook te vervullen ten aanzien van elke gedetineerde, los van enig uitdrukkelijk verzoek. Het gaat in die zin dan ook om een verzuim om een individuele beslissing te nemen ten aanzien van de gedetineerde. (BC/23-0006) De klacht is ontvankelijk.
Artikel 17 van de Wet van 23 maart 2019 bepaalt: “Teneinde de veiligheid en de gezondheid van de opgesloten personen te verzekeren, wordt tijdens de gehele duur van de staking minstens op dagelijkse basis erin voorzien dat elke gedetineerde: (…) 6° zijn rechten op verdediging kan uitoefenen (…)”. In het voorliggend dossier is de klachtencommissie niet van oordeel dat er sprake is van een schending van de rechten van verdediging doordat klager één werkdag van de vijf de overtuigingsstukken niet kon gaan inkijken. Uit het dossier blijkt geenszins dat klager hierdoor werkelijk enige schade ondervond, bijvoorbeeld omdat deze situatie zich kort voor zijn procesdatum voordeed. De klacht is ongegrond.