KC32/24-0034
Irrecevable
KC - Turnhout
Commission des plaintes
Pas de décision du directeur
GEEN BESLISSING DIRECTEUR - BEVOEGDHEID - BEZOEK - VOORWERPEN
Klager verzocht om parfum onder gesloten verpakking te laten binnenbrengen. De collectieve brief nr. 113 van 5 augustus 2011 betreffende voorwerpen van gedetineerden bepaalt een limitatieve lijst van voorwerpen die via bezoek of naar aanleiding van een uitgaansvergunning, penitentiair verlof of beperkte detentie kunnen worden binnengebracht. De collectieve brief beklemtoont dat het gaat over een limitatieve lijst van voorwerpen die de lokale directie niet kan uitbreiden. Het huishoudelijk reglement neemt deze lijst over.
Op deze lijst staat parfum niet vermeld, zodat de directie hier nooit toestemming voor kan geven. De directie beschikte in het voorliggend dossier dan ook niet over enige beoordelingsbevoegdheid. Hoewel de directie in het voorliggend dossier de eigenlijke ‘beslissing’ niet meer kon voorleggen, is het op basis van het verweer aannemelijk dat er op het rapportbriefje geantwoord werd dat dit niet toegelaten was op basis van de nationale regels. Deze ‘weigering’ betreft echter géén geïndividualiseerde beslissing ten aanzien van klager in de zin van artikel 148 Basiswet maar het louter wijzen van klager op de toepasselijke regelgeving. De klacht is niet-ontvankelijk.
Klager verzocht om parfum onder gesloten verpakking te laten binnenbrengen. De collectieve brief nr. 113 van 5 augustus 2011 betreffende voorwerpen van gedetineerden bepaalt een limitatieve lijst van voorwerpen die via bezoek of naar aanleiding van een uitgaansvergunning, penitentiair verlof of beperkte detentie kunnen worden binnengebracht. De collectieve brief beklemtoont dat het gaat over een limitatieve lijst van voorwerpen die de lokale directie niet kan uitbreiden. Het huishoudelijk reglement neemt deze lijst over.
Op deze lijst staat parfum niet vermeld, zodat de directie hier nooit toestemming voor kan geven. De directie beschikte in het voorliggend dossier dan ook niet over enige beoordelingsbevoegdheid. Hoewel de directie in het voorliggend dossier de eigenlijke ‘beslissing’ niet meer kon voorleggen, is het op basis van het verweer aannemelijk dat er op het rapportbriefje geantwoord werd dat dit niet toegelaten was op basis van de nationale regels. Deze ‘weigering’ betreft echter géén geïndividualiseerde beslissing ten aanzien van klager in de zin van artikel 148 Basiswet maar het louter wijzen van klager op de toepasselijke regelgeving. De klacht is niet-ontvankelijk.