TUCHT - TOEREKENBAARHEID - MOTIVERING - SANCTIE
In het voorliggend dossier heeft de directeur zich voor het bewezen zijn van de feiten gebaseerd op het RAD van 12 maart 2023 en de verklaringen van klager ter tuchtzitting. Klager voerde ter tuchtzitting en in zijn klacht aan dat hij niet op de hoogte was van het feit dat er drugs aanwezig was in het pakje tabak dat hij van iemand op de wandeling kreeg. Hij stelde dat hij aan een willekeurig persoon om tabak vroeg omdat hij zelf geen tabak meer had. Deze overhandigde hem het zakje (waar blijkens het RAD drie bolletjes bruine substantie inzaten, hetgeen ter tuchtzitting en in de tuchtbeslissing bestempeld wordt als hasj). De directie hechtte geen geloof aan deze verklaring, ter tuchtzitting verwijzend naar de prijs van drugs binnen de gevangenis. De klachtencommissie acht het redelijk dat de directie de feiten bewezen achtte en ze aan klager toerekende.
De directie kwalificeerde de feiten als het bezit van of de handel in door of krachtens de wet verboden voorwerpen of substanties (artikel 129, 7° Basiswet). De klachtencommissie acht deze kwalificatie correct en afdoende gemotiveerd.
In geval van een inbreuk van de eerste categorie kan de afzondering in de aan de gedetineerde toegewezen verblijfsruimte voor een maximumduur van 30 dagen worden opgelegd (artikel 132, 3° Basiswet). Klager kreeg een sanctie van 30 dagen ATV. De klachtencommissie acht deze sanctie wettelijk en redelijk. De klacht is ongegrond.
In het voorliggend dossier heeft de directeur zich voor het bewezen zijn van de feiten gebaseerd op het RAD van 12 maart 2023 en de verklaringen van klager ter tuchtzitting. Klager voerde ter tuchtzitting en in zijn klacht aan dat hij niet op de hoogte was van het feit dat er drugs aanwezig was in het pakje tabak dat hij van iemand op de wandeling kreeg. Hij stelde dat hij aan een willekeurig persoon om tabak vroeg omdat hij zelf geen tabak meer had. Deze overhandigde hem het zakje (waar blijkens het RAD drie bolletjes bruine substantie inzaten, hetgeen ter tuchtzitting en in de tuchtbeslissing bestempeld wordt als hasj). De directie hechtte geen geloof aan deze verklaring, ter tuchtzitting verwijzend naar de prijs van drugs binnen de gevangenis. De klachtencommissie acht het redelijk dat de directie de feiten bewezen achtte en ze aan klager toerekende.
De directie kwalificeerde de feiten als het bezit van of de handel in door of krachtens de wet verboden voorwerpen of substanties (artikel 129, 7° Basiswet). De klachtencommissie acht deze kwalificatie correct en afdoende gemotiveerd.
In geval van een inbreuk van de eerste categorie kan de afzondering in de aan de gedetineerde toegewezen verblijfsruimte voor een maximumduur van 30 dagen worden opgelegd (artikel 132, 3° Basiswet). Klager kreeg een sanctie van 30 dagen ATV. De klachtencommissie acht deze sanctie wettelijk en redelijk. De klacht is ongegrond.