TUCHT - TOEREKENBAARHEID - MOTIVERING - SANCTIE
Klager stelt in zijn klacht dat hem deze bijstand van een advocaat werd geweigerd. De directie geeft in haar verweer aan dat er verkeerdelijk een naam van een advocaat op het verslag van de tuchtzitting genoteerd werd. Deze advocaat was op de dag van de tuchtzitting niet aanwezig. Klager werd hiervan geïnformeerd. Hoewel de klachtencommissie het aangewezen acht dat dit element ook zou zijn opgenomen in het verslag van de tuchtzitting, stelt ze vast dat klager zich niet verzette tegen het beantwoorden van vragen ter tuchtzitting noch om een uitstel van behandeling vroeg. Klager lijkt er dan ook mee ingestemd te hebben dat de hoorzitting doorgang vond zonder aanwezigheid van de advocaat. De klachtencommissie is dan ook niet van oordeel dat de rechten van verdediging van klager tijdens de tuchtprocedure geschonden werden.
De klachtencommissie oordeelt dat de directie in het voorliggend dossier aan zorgvuldige feitenvinding deed en acht het redelijk dat de directie de feiten bewezen achtte en ze aan klager toerekende. De directie kwalificeerde de feiten als het niet-naleven van de door het huishoudelijk reglement voorgeschreven bepalingen (artikel 130, 2° Basiswet). De klachtencommissie acht deze kwalificatie correct en afdoende gemotiveerd. Klager kreeg een sanctie van 10 dagen ATV. De klachtencommissie acht deze sanctie wettelijk en redelijk. De klacht is ongegrond.
Klager stelt in zijn klacht dat hem deze bijstand van een advocaat werd geweigerd. De directie geeft in haar verweer aan dat er verkeerdelijk een naam van een advocaat op het verslag van de tuchtzitting genoteerd werd. Deze advocaat was op de dag van de tuchtzitting niet aanwezig. Klager werd hiervan geïnformeerd. Hoewel de klachtencommissie het aangewezen acht dat dit element ook zou zijn opgenomen in het verslag van de tuchtzitting, stelt ze vast dat klager zich niet verzette tegen het beantwoorden van vragen ter tuchtzitting noch om een uitstel van behandeling vroeg. Klager lijkt er dan ook mee ingestemd te hebben dat de hoorzitting doorgang vond zonder aanwezigheid van de advocaat. De klachtencommissie is dan ook niet van oordeel dat de rechten van verdediging van klager tijdens de tuchtprocedure geschonden werden.
De klachtencommissie oordeelt dat de directie in het voorliggend dossier aan zorgvuldige feitenvinding deed en acht het redelijk dat de directie de feiten bewezen achtte en ze aan klager toerekende. De directie kwalificeerde de feiten als het niet-naleven van de door het huishoudelijk reglement voorgeschreven bepalingen (artikel 130, 2° Basiswet). De klachtencommissie acht deze kwalificatie correct en afdoende gemotiveerd. Klager kreeg een sanctie van 10 dagen ATV. De klachtencommissie acht deze sanctie wettelijk en redelijk. De klacht is ongegrond.