Ga verder naar de inhoud

KC32/23-0044

Fondée Compensation KC - Turnhout Commission des plaintes Mesure provisoire
VOORLOPIGE MAATREGEL - BIJZONDERE VEILIGHEIDSMAATREGEL - GEEN BESLISSING DIRECTEUR - TEGEMOETKOMING

De directie had in dit dossier géén beroep mogen doen op de voorlopige maatregel. Vervolgens duurde de (uitvoering van de) voorlopige maatregel in elk geval te lang. De directie had de voorlopige maatregel moeten beëindigen van zodra duidelijk was dat ze géén tuchtprocedure wou opstarten en uiterlijk binnen 24 uur. In het voorliggend dossier werd de maatregel van 72 uur echter volledig uitgevoerd (en ook daarna nog verdergezet).

De voortzetting van de opsluiting in de beveiligde cel kwam er op advies van de inrichtingsarts en werd blijkens het verweer van de directie ingegeven door bezorgdheden omtrent het gevaar dat betrokkene voor zichzelf en anderen zou (kunnen) vormen. Doordat klager verder in de beveiligde cel opgesloten bleef zonder dat er op dat ogenblik nog een (geldige) juridische titel voorhanden was, werden hem volgens de klachtencommissie een aantal wettelijke waarborgen ontzegd.

In geval van ernstige aanwijzingen van een gevaar voor de orde of de veiligheid kan de directie ten aanzien van een gedetineerde bijzondere veiligheidsmaatregelen bevelen (artikel 110 §1 Basiswet). De Basiswet geeft een limitatieve opsomming van de maatregelen die afzonderlijk of in combinatie kunnen worden opgelegd (artikel 112 §1 Basiswet). De onderbrenging in een beveiligde cel is één van de mogelijke maatregelen (artikel 112 §1, 5° Basiswet). Gelet op de elementen die de directie in haar verweer aanhaalt is de klachtencommissie van oordeel dat het wellicht aangewezen was een bijzondere veiligheidsmaatregel op te leggen aan klager, doch dat de directie verzuimde om dit te doen. De verdere opsluiting in de beveiligde cel was volgens de klachtencommissie dan ook onwettig. De klacht is gegrond. Klager krijgt als tegemoetkoming één videobezoek toegekend.