KC32/23-0043
Non fondée
Irrecevable
KC - Turnhout
Commission des plaintes
Disciplinaire
Pas de décision du directeur
TUCHT - GEEN BESLISSING DIRECTEUR - BEVOEGDHEID - SCHADE
De mededeling tot de opstart van een tuchtprocedure veronderstelt een beslissing van de directeur (artikel 144 §3 Basiswet). De klacht is ontvankelijk. De klachtencommissie merkt op dat de klacht enkel handelt over de opstart van de tuchtprocedure, en dat haar toetsingsbevoegdheid zich op basis van deze klacht niet kan uitstrekken tot de eigenlijke tuchtbeslissing, nu de klacht werd ingediend vooraleer de tuchtzitting plaatsvond en dus nog voordat er een tuchtbeslissing werd genomen. Hoewel de mededeling tot opstart van een tuchtprocedure gebeurt “indien de directeur meent dat de feiten een tuchtrechtelijk gevolg vereisen” (artikel 144 §3 Basiswet), dient deze passage samengelezen te worden met de overige paragrafen van artikel 144 Basiswet. Het feit dat de gedetineerde nog gehoord wordt (§3), eventueel met bijstand van een advocaat (§4), hij zijn middelen van verdediging mondeling dan wel schriftelijk kan uiteenzetten (§5) en de directeur nadien een beslissing neemt (§6), zorgt er voor dat de loutere beslissing van de directeur om een tuchtprocedure op te starten vanwege een RAD inzake schade aan de TV niet als onwettelijk of onredelijk kan bestempeld worden. De klacht is ongegrond.
Klager stelt in zijn klacht dat men geld van hem eist voor de schade aan de TV. De klachtencommissie stelt het volgende vast. Op het ogenblik van het indienen van de klacht had klager van de beambte hoogstens een (vrijblijvende) vraag om de schade te betalen gekregen, hetgeen hij initieel aangaf niet te willen doen (zo blijkt uit het RAD van 9 maart 2023). Er werd op dat ogenblik (nog) geen geld afgehouden, noch was er beslist dat dit diende te gebeuren. Uit de stukken van het dossier blijkt dat hiertoe door de directie pas beslist werd op 16 maart 2023. Volgens de klachtencommissie was er in het voorliggend dossier op het ogenblik van indiening van de klacht geen sprake van een beslissing van de directeur waarbij van klager een schadevergoeding geëist werd. De klacht is niet-ontvankelijk.
De mededeling tot de opstart van een tuchtprocedure veronderstelt een beslissing van de directeur (artikel 144 §3 Basiswet). De klacht is ontvankelijk. De klachtencommissie merkt op dat de klacht enkel handelt over de opstart van de tuchtprocedure, en dat haar toetsingsbevoegdheid zich op basis van deze klacht niet kan uitstrekken tot de eigenlijke tuchtbeslissing, nu de klacht werd ingediend vooraleer de tuchtzitting plaatsvond en dus nog voordat er een tuchtbeslissing werd genomen. Hoewel de mededeling tot opstart van een tuchtprocedure gebeurt “indien de directeur meent dat de feiten een tuchtrechtelijk gevolg vereisen” (artikel 144 §3 Basiswet), dient deze passage samengelezen te worden met de overige paragrafen van artikel 144 Basiswet. Het feit dat de gedetineerde nog gehoord wordt (§3), eventueel met bijstand van een advocaat (§4), hij zijn middelen van verdediging mondeling dan wel schriftelijk kan uiteenzetten (§5) en de directeur nadien een beslissing neemt (§6), zorgt er voor dat de loutere beslissing van de directeur om een tuchtprocedure op te starten vanwege een RAD inzake schade aan de TV niet als onwettelijk of onredelijk kan bestempeld worden. De klacht is ongegrond.
Klager stelt in zijn klacht dat men geld van hem eist voor de schade aan de TV. De klachtencommissie stelt het volgende vast. Op het ogenblik van het indienen van de klacht had klager van de beambte hoogstens een (vrijblijvende) vraag om de schade te betalen gekregen, hetgeen hij initieel aangaf niet te willen doen (zo blijkt uit het RAD van 9 maart 2023). Er werd op dat ogenblik (nog) geen geld afgehouden, noch was er beslist dat dit diende te gebeuren. Uit de stukken van het dossier blijkt dat hiertoe door de directie pas beslist werd op 16 maart 2023. Volgens de klachtencommissie was er in het voorliggend dossier op het ogenblik van indiening van de klacht geen sprake van een beslissing van de directeur waarbij van klager een schadevergoeding geëist werd. De klacht is niet-ontvankelijk.