Ga verder naar de inhoud

KC32/21-0063

Fondée KC - Turnhout Commission des plaintes Disciplinaire
TUCHT - KWALIFICATIE INBREUK - MOTIVERING

De Klachtencommissie oordeelt dat de directeur er op basis van de materiële vaststellingen zoals omschreven in het RAD redelijkerwijs vanuit kon gaan dat klager zich schuldig maakte aan het geen gevolg geven aan de aanmaningen en de bevelen van het personeel. Daarentegen kan volgens de Klachtencommissie de kwalificatie van de feiten als de inbreuk “lawaaihinder die het goede verloop van de activiteiten in de gevangenis verstoort” niet weerhouden worden. Daar waar de lawaaihinder an sich volgens de Klachtencommissie op basis van het RAD -ook al spreekt klager dit tegen- genoegzaam vaststaat, schiet de motivering te kort waar aan klager de inbreuk “lawaaihinder die het goede verloop van de activiteiten in de gevangenis verstoort” wordt aangerekend. Nergens uit de motivering blijkt immers op welke manier de (voldoende vaststaande en dus bewezen) lawaaihinder ook het goede verloop van de activiteiten verstoorde. De motivering beperkt zich tot de vermelding: “Betrokkene en zijn celgenoot bonken op de deur en roepen.” De Klachtencommissie oordeelt echter dat de opgelegde sanctie van 5 dagen ATV effectief en 2 dagen voorwaardelijk ook na het schrappen van deze tweede inbreuk de toets van de redelijkheid en billijkheid doorstaat. De klacht is gegrond. De tuchtbeslissing wordt vernietigd voor wat betreft het deel van de tuchtbeslissing dat verwijst naar de inbreuk van de lawaaihinder die het goede verloop van de activiteiten in de gevangenis verstoort (aankruising en motivering).