TUCHT - CAMERABEELDEN - RECHT OP TEGENSPRAAK
De Klachtencommissie oordeelt dat de directeur er redelijkerwijs vanuit kon gaan dat klager zich schuldig maakte aan het bezit of het gebruik van technologische middelen die de onregelmatige communicatie met de buitenwereld mogelijk maken en het niet-naleven van de door het huishoudelijk reglement voorgeschreven bepalingen. Voor het bewezen zijn van het bezit van of de handel in door of krachtens de wet verboden voorwerpen of substanties baseert de directie zich onder meer op de camerabeelden. De Klachtencommissie stelt vast dat de camerabeelden gebruikt zijn in de beoordeling van de feiten en daarmee een rol hebben gespeeld in de totstandkoming van de besluitvorming. Gelet hierop hadden de camerabeelden onderworpen moeten worden aan mogelijke tegenspraak van klager of zijn advocaat (RvS 17 maart 2016, nr. 234.163). Aangezien er volgens de Klachtencommissie dan ook besloten dient te worden tot een schending van de rechten van verdediging (recht op tegenspraak) in de totstandkoming van dit deel van de motivering, dient de tuchtbeslissing vernietigd te worden voor wat betreft het weerhouden van de inbreuk van het bezit van of de handel in door of krachtens de wet verboden voorwerpen of substanties. De Klachtencommissie oordeelt echter dat de opgelegde sanctie van 30 dagen ATV (inclusief de VM) gelet op de twee overige inbreuken ook na het schrappen van de inbreuk van het bezit van of de handel in door of krachtens de wet verboden voorwerpen of substanties de toets van de redelijkheid en billijkheid doorstaat en dus overeind kan blijven. De klacht is gegrond. Het deel van de tuchtbeslissing dat verwijst naar de inbreuk van bezit van of handel in door of krachtens de wet verboden voorwerpen of substanties (aankruising en motivering) wordt vernietigd.
De Klachtencommissie oordeelt dat de directeur er redelijkerwijs vanuit kon gaan dat klager zich schuldig maakte aan het bezit of het gebruik van technologische middelen die de onregelmatige communicatie met de buitenwereld mogelijk maken en het niet-naleven van de door het huishoudelijk reglement voorgeschreven bepalingen. Voor het bewezen zijn van het bezit van of de handel in door of krachtens de wet verboden voorwerpen of substanties baseert de directie zich onder meer op de camerabeelden. De Klachtencommissie stelt vast dat de camerabeelden gebruikt zijn in de beoordeling van de feiten en daarmee een rol hebben gespeeld in de totstandkoming van de besluitvorming. Gelet hierop hadden de camerabeelden onderworpen moeten worden aan mogelijke tegenspraak van klager of zijn advocaat (RvS 17 maart 2016, nr. 234.163). Aangezien er volgens de Klachtencommissie dan ook besloten dient te worden tot een schending van de rechten van verdediging (recht op tegenspraak) in de totstandkoming van dit deel van de motivering, dient de tuchtbeslissing vernietigd te worden voor wat betreft het weerhouden van de inbreuk van het bezit van of de handel in door of krachtens de wet verboden voorwerpen of substanties. De Klachtencommissie oordeelt echter dat de opgelegde sanctie van 30 dagen ATV (inclusief de VM) gelet op de twee overige inbreuken ook na het schrappen van de inbreuk van het bezit van of de handel in door of krachtens de wet verboden voorwerpen of substanties de toets van de redelijkheid en billijkheid doorstaat en dus overeind kan blijven. De klacht is gegrond. Het deel van de tuchtbeslissing dat verwijst naar de inbreuk van bezit van of handel in door of krachtens de wet verboden voorwerpen of substanties (aankruising en motivering) wordt vernietigd.