KC32/21-0042
Fondée
Compensation
KC - Turnhout
Commission des plaintes
Mesure provisoire
VOORLOPIGE MAATREGEL - TEGEMOETKOMING
In casu strekte de mededeling tot opstart van de tuchtprocedure d.d. 6 april 2021 zich logischerwijs enkel uit tot de RAD’s d.d. 31 maart 2021 en 2 april 2021, aangezien de mededeling gebeurde daags voorafgaand aan het RAD d.d. 7 april 2021. Het verslag van de tuchtrechtelijke hoorzitting d.d. 8 april 2021 maakt geen melding van een vraag aan klager en zijn advocaat om het RAD d.d. 7 april 2021 al dan niet samen te mogen behandelen met de lopende tuchtprocedure. Ter zitting van de Klachtencommissie gaf de directie ook toe dat dat procedureel gezien inderdaad niet correct is. De Klachtencommissie stelt dan ook vast dat er géén tuchtprocedure werd ingesteld inzake het RAD d.d. 7 april 2021, zodat artikel 145 §1 van de Basiswet geschonden werd. De klacht dient dan ook gegrond verklaard te worden. Opmerkelijk genoeg werd er in de tuchtbeslissing wel rekening gehouden met de bepaling van artikel 145 §3 van de Basiswet, waarbij de voorlopige maatregel in mindering werd gebracht van de uiteindelijk opgelegde tuchtsanctie. De klacht strekt zich echter niet uit tot de tuchtbeslissing d.d. 9 april 2021. De klacht is gegrond. De voorlopige maatregel wordt vernietigd. Klager krijgt als tegemoetkoming de keuze tussen: één extra wandeling OF één extra bezoek, bovenop het wettelijke minimum.
In casu strekte de mededeling tot opstart van de tuchtprocedure d.d. 6 april 2021 zich logischerwijs enkel uit tot de RAD’s d.d. 31 maart 2021 en 2 april 2021, aangezien de mededeling gebeurde daags voorafgaand aan het RAD d.d. 7 april 2021. Het verslag van de tuchtrechtelijke hoorzitting d.d. 8 april 2021 maakt geen melding van een vraag aan klager en zijn advocaat om het RAD d.d. 7 april 2021 al dan niet samen te mogen behandelen met de lopende tuchtprocedure. Ter zitting van de Klachtencommissie gaf de directie ook toe dat dat procedureel gezien inderdaad niet correct is. De Klachtencommissie stelt dan ook vast dat er géén tuchtprocedure werd ingesteld inzake het RAD d.d. 7 april 2021, zodat artikel 145 §1 van de Basiswet geschonden werd. De klacht dient dan ook gegrond verklaard te worden. Opmerkelijk genoeg werd er in de tuchtbeslissing wel rekening gehouden met de bepaling van artikel 145 §3 van de Basiswet, waarbij de voorlopige maatregel in mindering werd gebracht van de uiteindelijk opgelegde tuchtsanctie. De klacht strekt zich echter niet uit tot de tuchtbeslissing d.d. 9 april 2021. De klacht is gegrond. De voorlopige maatregel wordt vernietigd. Klager krijgt als tegemoetkoming de keuze tussen: één extra wandeling OF één extra bezoek, bovenop het wettelijke minimum.