Ga verder naar de inhoud

KC32/20-0009

Non fondée KC - Turnhout Commission des plaintes Mesure de sécurité particulière
BIJZONDERE VEILIGHEIDSMAATREGEL - DERDEN

De directie heeft zich bij het nemen van de BVM gebaseerd op informatie van de federale gerechtelijke politie. In de communicatie naar klager toe heeft zij dit verwoord als “externe diensten”. Zelf was de directie ook niet op de hoogte van de bron achter de informatie, maar de Klachtencommissie acht het niet onredelijk dat zij op informatie van de FGP is voortgegaan voor het nemen van haar beslissing. De directie kon redelijkerwijs oordelen een BVM op te moeten leggen, gezien een BVM geen bewijs vereist, maar wel ernstige aanwijzingen van een gevaar voor de orde of de veiligheid. Die aanwijzingen zouden er volgens de FGP geweest zijn. Bovendien blijkt uit het verweer van de directie dat zij voldoende inspanningen heeft geleverd om zich te vergewissen van de waarachtigheid van de informatie, door opnieuw contact op te nemen met de politie. Het was voor het goede begrip van klager wenselijker geweest dat de directie de informatie zoals omschreven in het verweer meteen had meegedeeld aan klager in het kader van het horen voorafgaand aan het opleggen van de BVM of had opgenomen in de motivering. Toch acht de Klachtencommissie deze vaststelling niet voldoende om te besluiten dat de rechten van verdediging geschonden zouden zijn en dat zij zou moeten overgaan tot de vernietiging van de beslissing. Klager werd immers in kennis gesteld van de hoofdreden van de maatregel, namelijk de ernstige aanwijzingen tot een ontsnappingspoging, hetgeen de kern van de zaak uitmaakt, zodat hij zich hiertegen kon verweren. Hij verklaarde daarover enkel dat hij niets afweet van de plannen tot een ontvluchting. De Klachtencommissie stelt vast dat hij ook niet gevraagd heeft naar de bron van de informatie. De Klachtencommissie acht het niet aannemelijk dat het door de directie aanbieden van meer details over de bron van de informatie (de federale gerechtelijke politie) tot een andere reactie zouden hebben geleid, nu ook de “bron achter die bron” hierdoor in geen geval verduidelijkt zou zijn geworden en betrokkene zich nog steeds zou hebben moeten verdedigen tegen het aspect van de plannen tot ontvluchting. De klacht is ongegrond.