KC21/24-0086
Fondée
KC - Merksplas
Commission des plaintes
Autre décision directeur
INTERNE RECHTSPOSITIE - ARBEID
Klager beklaagt zich over de sluiting van de toiletten van de werkhuizen, behoudens tijdens de pauze. Klager beklaagt zich over een algemene regel die in strijd is met een hogere rechtsnorm waardoor de klacht ontvankelijk is.
De klachtencommissie meent dat het voor een gedetineerde (werker van het werkhuis) mogelijk moet zijn om op elk moment vrije toegang te hebben tot het toilet, zonder dat hij zich hiervoor tot de beambte zou moeten wenden om een ‘uitzondering’ te bekomen, hetgeen onvermijdelijk aanleiding geeft tot willekeur. Dat de orde en de veiligheid in het gedrang komt door het gedrag van een aantal individuen die misbruik maken van de onbeperkte toegang tot de toiletten (om de rookdetectors af te plakken en er te roken, hetgeen tot brandgevaar kan leiden) kan volgens de klachtencommissie geen verantwoording bieden om de toegang voor iedereen (behoudens medisch attest) in te perken. Klager stelt terecht dat men deze individuen hier dan maar persoonlijk op moet aanspreken.
Dat klager over een medisch attest beschikt dat stelt dat hij ook op andere momenten toegang moet krijgen tot het toilet, wijzigt volgens de klachtencommissie niets aan het gegeven dat de algemene regel op zich strijdig is met hogere rechtsnormen. De klachtencommissie merkt bovendien op dat het attest dat door de directie werd bezorgd? dateert van na de indiening van de klacht. Op het ogenblik van indiening van zijn klacht wist klager nog niet met zekerheid of hij wel een uitzondering zou bekomen. Bovendien is ook met dit attest voor klager nog steeds een actieve tussenkomst van de beambte vereist (de deur moet geopend worden), hetgeen afhankelijk van het medische probleem van klager, nog tot de nodige vertraging en eventueel daarmee gepaard gaande ongemakken kan zorgen.
De klacht is gegrond. De bestreden beslissing (lees: algemene regel) wordt vernietigd.
Klager beklaagt zich over de sluiting van de toiletten van de werkhuizen, behoudens tijdens de pauze. Klager beklaagt zich over een algemene regel die in strijd is met een hogere rechtsnorm waardoor de klacht ontvankelijk is.
De klachtencommissie meent dat het voor een gedetineerde (werker van het werkhuis) mogelijk moet zijn om op elk moment vrije toegang te hebben tot het toilet, zonder dat hij zich hiervoor tot de beambte zou moeten wenden om een ‘uitzondering’ te bekomen, hetgeen onvermijdelijk aanleiding geeft tot willekeur. Dat de orde en de veiligheid in het gedrang komt door het gedrag van een aantal individuen die misbruik maken van de onbeperkte toegang tot de toiletten (om de rookdetectors af te plakken en er te roken, hetgeen tot brandgevaar kan leiden) kan volgens de klachtencommissie geen verantwoording bieden om de toegang voor iedereen (behoudens medisch attest) in te perken. Klager stelt terecht dat men deze individuen hier dan maar persoonlijk op moet aanspreken.
Dat klager over een medisch attest beschikt dat stelt dat hij ook op andere momenten toegang moet krijgen tot het toilet, wijzigt volgens de klachtencommissie niets aan het gegeven dat de algemene regel op zich strijdig is met hogere rechtsnormen. De klachtencommissie merkt bovendien op dat het attest dat door de directie werd bezorgd? dateert van na de indiening van de klacht. Op het ogenblik van indiening van zijn klacht wist klager nog niet met zekerheid of hij wel een uitzondering zou bekomen. Bovendien is ook met dit attest voor klager nog steeds een actieve tussenkomst van de beambte vereist (de deur moet geopend worden), hetgeen afhankelijk van het medische probleem van klager, nog tot de nodige vertraging en eventueel daarmee gepaard gaande ongemakken kan zorgen.
De klacht is gegrond. De bestreden beslissing (lees: algemene regel) wordt vernietigd.