KC21/24-0056
Non fondée
Irrecevable
KC - Merksplas
Commission des plaintes
Disciplinaire
Pas de décision du directeur
TUCHT - MOTIVERING - GEEN BESLISSING DIRECTEUR - BEVOEGDHEID
De klachtencommissie acht het redelijk dat de directie de feiten bewezen achtte op basis van het RAD én de verklaringen van klager. Klager betwist de feiten ook niet in zijn klacht. De directie kwalificeerde de feiten als de opzettelijke aantasting van de fysieke integriteit van personen, of de bedreiging daarmee (artikel 129, 1° Basiswet). De klachtencommissie acht deze kwalificatie correct en afdoende gemotiveerd. Klager pleegde een inbreuk van de eerste categorie en kreeg hiervoor 10 dagen ATV. De klachtencommissie acht deze sanctie wettelijk en redelijk. De klacht is ongegrond.
Als gevolg van de afzondering in de aan de gedetineerde toegewezen verblijfsruimte kon klager niet deelnemen aan de ICT-lessen waarvoor hij ingeschreven was. Klager verzoekt in zijn klacht dan ook om een ‘uitzondering’, zodat hij de lessen toch kan volgen. De directeur kan de gedetineerde toestaan om tijdens de ATV toch deel te nemen aan vormingsactiviteiten in gemeenschappelijk verband (artikel 140, §2 Basiswet). Klager lijkt zich met deze vraag tot uitzondering echter rechtstreeks tot de klachtencommissie te richten. Ter tuchtzitting kwam dit punt niet ter sprake. Klager maakt ook niet aannemelijk dat hij deze vraag in navolging van de tuchtbeslissing voorlegde aan de directie. Volgens de klachtencommissie is er in het voorliggend dossier dan ook geen sprake van een beslissing of een verzuim tot het nemen van een beslissing in de zin van artikel 148 Basiswet. De klacht is niet-ontvankelijk.
De klachtencommissie acht het redelijk dat de directie de feiten bewezen achtte op basis van het RAD én de verklaringen van klager. Klager betwist de feiten ook niet in zijn klacht. De directie kwalificeerde de feiten als de opzettelijke aantasting van de fysieke integriteit van personen, of de bedreiging daarmee (artikel 129, 1° Basiswet). De klachtencommissie acht deze kwalificatie correct en afdoende gemotiveerd. Klager pleegde een inbreuk van de eerste categorie en kreeg hiervoor 10 dagen ATV. De klachtencommissie acht deze sanctie wettelijk en redelijk. De klacht is ongegrond.
Als gevolg van de afzondering in de aan de gedetineerde toegewezen verblijfsruimte kon klager niet deelnemen aan de ICT-lessen waarvoor hij ingeschreven was. Klager verzoekt in zijn klacht dan ook om een ‘uitzondering’, zodat hij de lessen toch kan volgen. De directeur kan de gedetineerde toestaan om tijdens de ATV toch deel te nemen aan vormingsactiviteiten in gemeenschappelijk verband (artikel 140, §2 Basiswet). Klager lijkt zich met deze vraag tot uitzondering echter rechtstreeks tot de klachtencommissie te richten. Ter tuchtzitting kwam dit punt niet ter sprake. Klager maakt ook niet aannemelijk dat hij deze vraag in navolging van de tuchtbeslissing voorlegde aan de directie. Volgens de klachtencommissie is er in het voorliggend dossier dan ook geen sprake van een beslissing of een verzuim tot het nemen van een beslissing in de zin van artikel 148 Basiswet. De klacht is niet-ontvankelijk.