Ga verder naar de inhoud

KC21/23-0028

Fondée Compensation KC - Merksplas Commission des plaintes Disciplinaire
TUCHT - KWALIFICATIE FEITEN - TOEREKENBAARHEID - MOTIVERING - TEGEMOETKOMING

De klachtencommissie acht de motivering van de tuchtbeslissing op een aantal punten gebrekkig:

Blijkens de motivering heeft de directie klager in de eerste plaats willen sanctioneren voor het doorgeven van de enveloppe. Het doorgeven van zaken betreft de inbreuk van het niet-naleven van de door het huishoudelijk reglement voorgeschreven bepalingen (artikel 130, 2° Basiswet), een inbreuk van de tweede categorie.

Ondanks deze passage in de motivering worden de feiten vervolgens toch gekwalificeerd als het bezit van of de handel in door of krachtens de wet verboden voorwerpen of substanties (artikel 129, 7° Basiswet). De directie motiveert daarbij dat klager in het bezit bleek te zijn van “vermoedelijk hasj”. De directie moet motiveren waarom zij van oordeel is dat klager in het bezit was van drugs. Met deze formulering (“vermoedelijk”) laat zij in het midden of het wel degelijk om drugs ging.

De motivering (“hoe dan ook…”) is dubbelzinnig met betrekking tot het gegeven of de directie geloof hecht aan het argument dat klager niet wist wat de inhoud van de enveloppe was, en of zij hiermee rekening heeft gehouden bij het nemen van haar tuchtbeslissing.

Tot slot is de duur van de sanctie onduidelijk. In de tabel en op de tuchtzitting wordt er van 15 dagen ATV gesproken, de motivering maakt daarentegen melding van 8 dagen ATV.

De tuchtbeslissing voldoet niet aan de vereisten van artikel 144 §6, tweede lid Basiswet j° artikel 8 Basiswet. De klacht is gegrond. De tuchtbeslissing wordt vernietigd. Klager krijgt als tegemoetkoming een extra videobezoek.