Autres informations et services officiels:
www.belgium.be
KC21/21-0034
Fondée
KC - Merksplas
Commission des plaintes
Autre décision directeur
TEGEMOETKOMING - KLACHTENPROCEDURE
Aan de uitvoering van de compensatie, waartoe weliswaar theoretisch werd “beslist” door de Klachtencommissie, kwam in casu wel degelijk een beslissing van de directeur te pas omtrent de concrete uitvoering. In die zin is er sprake van een beslissing van de directeur ten aanzien van klager. Aangezien de compensatie en in het verlengde daarvan de beslissing van de directeur over de concrete uitvoering ervan binnen de Basiswet kadert en ze raakt aan de basisrechten van klager, acht de Klachtencommissie de klacht ontvankelijk.
De Klachtencommissie acht de beslissing waarbij de uitvoering van een wandelcompensatie wordt ingepland op een moment dat een gedetineerde sowieso al ‘recht’ heeft op een wandeling (zij het geen wettelijk recht, maar een zogenaamd verworven recht) onverzoenbaar met haar uitspraak. De compensatie heeft als doel om enerzijds klager in zijn rechten te herstellen en anderzijds een signaal te geven aan de directie om de basisrechten van de gedetineerde te respecteren. Er kan dan ook maar sprake zijn van een compensatie, in zoverre klager in de uitvoer van de compensatie het gevoel heeft hersteld te worden in de rechten die men hem onterecht heeft ontnomen. Er kan geen sprake zijn van een compensatie wanneer de situatie van klager feitelijk ongewijzigd blijft. Wanneer de directie de door een Klachtencommissie toegekende compensatie ten uitvoer brengt op een moment dat klager al sowieso een extra wandelmoment heeft, mist de compensatie ieder doel en iedere zin, aangezien klager in feite niet in zijn rechten hersteld wordt, maar eigenlijk juist in zijn rechten beknot wordt. Op die manier wordt hem immers het extra wandelmoment waarop hij sowieso recht zou hebben ook ‘ontnomen’. De klacht is gegrond. De beslissing wordt vernietigd. De directie moet een nieuwe beslissing nemen binnen de 30 dagen volgend op de betekening van de beslissing.
Aan de uitvoering van de compensatie, waartoe weliswaar theoretisch werd “beslist” door de Klachtencommissie, kwam in casu wel degelijk een beslissing van de directeur te pas omtrent de concrete uitvoering. In die zin is er sprake van een beslissing van de directeur ten aanzien van klager. Aangezien de compensatie en in het verlengde daarvan de beslissing van de directeur over de concrete uitvoering ervan binnen de Basiswet kadert en ze raakt aan de basisrechten van klager, acht de Klachtencommissie de klacht ontvankelijk.
De Klachtencommissie acht de beslissing waarbij de uitvoering van een wandelcompensatie wordt ingepland op een moment dat een gedetineerde sowieso al ‘recht’ heeft op een wandeling (zij het geen wettelijk recht, maar een zogenaamd verworven recht) onverzoenbaar met haar uitspraak. De compensatie heeft als doel om enerzijds klager in zijn rechten te herstellen en anderzijds een signaal te geven aan de directie om de basisrechten van de gedetineerde te respecteren. Er kan dan ook maar sprake zijn van een compensatie, in zoverre klager in de uitvoer van de compensatie het gevoel heeft hersteld te worden in de rechten die men hem onterecht heeft ontnomen. Er kan geen sprake zijn van een compensatie wanneer de situatie van klager feitelijk ongewijzigd blijft. Wanneer de directie de door een Klachtencommissie toegekende compensatie ten uitvoer brengt op een moment dat klager al sowieso een extra wandelmoment heeft, mist de compensatie ieder doel en iedere zin, aangezien klager in feite niet in zijn rechten hersteld wordt, maar eigenlijk juist in zijn rechten beknot wordt. Op die manier wordt hem immers het extra wandelmoment waarop hij sowieso recht zou hebben ook ‘ontnomen’. De klacht is gegrond. De beslissing wordt vernietigd. De directie moet een nieuwe beslissing nemen binnen de 30 dagen volgend op de betekening van de beslissing.