KC21/20-0004
Non fondée
KC - Merksplas
Commission des plaintes
Disciplinaire
TUCHT - KWALIFICATIE INBREUK - TOEREKENBAARHEID
Uit het dossier blijkt dat de directeur zich voor het bewijs van de feiten en de toerekenbaarheid ervan aan klager heeft gebaseerd op de inhoud van het RAD van 2 december 2020 alsook de verklaring die klager aflegde ter gelegenheid van de tuchtrechtelijke hoorzitting op 4 december 2020 (“Ik besef dat ik in de fout gegaan ben”). De directeur is bij de beoordeling van het bewezen zijn van de ten laste gelegde feiten en de toerekenbaarheid ervan aan klager tot een conclusie gekomen die de grenzen van de redelijkheid niet te buiten gaan. De Klachtencommissie is dan ook van oordeel dat de beslissing conform de in de gevangenis geldende wettelijke voorschriften en bindende bepalingen van in België geldende verdragen werd genomen, alsook dat zij niet als onredelijk of onbillijk kan worden beschouwd, nu klager slechts een sanctie van 10 dagen ATV opgelegd kreeg. De klacht is ongegrond.
Uit het dossier blijkt dat de directeur zich voor het bewijs van de feiten en de toerekenbaarheid ervan aan klager heeft gebaseerd op de inhoud van het RAD van 2 december 2020 alsook de verklaring die klager aflegde ter gelegenheid van de tuchtrechtelijke hoorzitting op 4 december 2020 (“Ik besef dat ik in de fout gegaan ben”). De directeur is bij de beoordeling van het bewezen zijn van de ten laste gelegde feiten en de toerekenbaarheid ervan aan klager tot een conclusie gekomen die de grenzen van de redelijkheid niet te buiten gaan. De Klachtencommissie is dan ook van oordeel dat de beslissing conform de in de gevangenis geldende wettelijke voorschriften en bindende bepalingen van in België geldende verdragen werd genomen, alsook dat zij niet als onredelijk of onbillijk kan worden beschouwd, nu klager slechts een sanctie van 10 dagen ATV opgelegd kreeg. De klacht is ongegrond.