Ga verder naar de inhoud

KC20/24-0022

Non fondée KC - Mechelen Commission des plaintes Disciplinaire
TUCHT - VERBODEN VOORWERPEN

De klacht betreft de tuchtbeslissing van de directie van de gevangenis van Mechelen.

In het RAD beschrijft een beambte hoe klager tijdens een celcontrole werd betrapt met een gsm. Klager had het toestel in de hand en was ermee aan het sturen. Hij probeerde het toestel nog te verbergen onder zijn deken en weigerde het in eerste instantie af te geven, maar deed dit na aandringen uiteindelijk toch. Daarna heeft klager de betrokken beambte bedreigd. Uit de motivering van de tuchtbeslissing blijkt dat de directie zich baseert op het RAD om de feiten bewezen te achten.
De klachtencommissie is van oordeel dat het RAD in dit geval voldoende duidelijk de feiten omschrijft en dat klager geen overtuigende elementen aanvoert om het tegendeel te bewijzen. De directie kon in redelijkheid en billijkheid de tuchtinbreuk bewezen verklaren en individueel toerekenen aan
klager. De directie motiveert dit afdoende in haar tuchtbeslissing.
Klager wordt tuchtrechtelijk gesanctioneerd voor als het bezit of gebruik van technologische middelen die onregelmatige communicatie met de buitenwereld mogelijk maken, een inbreuk van de eerste categorie. Daarvoor kan een maximum van 30 dagen afzondering in de aan de gedetineerde toegewezen verblijfsruimte (ATV) opgelegd worden. De sanctie van 30 dagen ATV is dus wettig. De klachtencommissie is van oordeel dat de sanctie niet onredelijk of onbillijk is.
Om deze redenen is de klacht niet gegrond.