TUCHT
De klacht is gericht tegen de tuchtbeslissing waarbij klager gesanctioneerd werd voor lawaaihinder, de beschadiging van het winket en het niet opvolgen van bevelen van beambten. De directie verwijst in haar tuchtbeslissing naar de duidelijk vaststellingen van het personeel in de rapporten aan de directeur (RAD). De directie motiveert afdoende waarom zij de verschillende feiten bewezen acht. De klacht tegen de tuchtbeslissing is niet gegrond.
De klacht is verder gericht tegen het feit dat de tuchtbeslissing niet op tijd betekend zou zijn aan klager. De klachtencommissie stelt ten eerste vast dat het tijdstip waarop de tuchtbeslissing werd genomen, niet werd genoteerd op de tuchtbeslissing. Ten tweede werd ook bij de handtekening van klager niet genoteerd op welke datum en welk tijdstip deze getekend werd. Nochtans worden al deze zaken vereist door bijlage 5 bij collectieve brief nr. 124 van 6 september 2013, waarin het model voor een tuchtbeslissing wordt vastgelegd. Zelfs indien de betekening aan klager niet binnen de termijn van 24 uur is gebeurd, vloeit hier niet automatisch de nietigheid van de beslissing uit voort. De in artikel 144, §7, eerste lid Basiswet vastgestelde termijn is slechts een termijn van orde, waardoor de laattijdige betekening op zichzelf niet de nietigheid van de beslissing met zich meebrengt. De klachtencommissie meent dat klager niet aantoont waarom de laattijdige betekening an sich hem schade zou hebben toegebracht. De klacht is niet gegrond.
De klacht is gericht tegen de tuchtbeslissing waarbij klager gesanctioneerd werd voor lawaaihinder, de beschadiging van het winket en het niet opvolgen van bevelen van beambten. De directie verwijst in haar tuchtbeslissing naar de duidelijk vaststellingen van het personeel in de rapporten aan de directeur (RAD). De directie motiveert afdoende waarom zij de verschillende feiten bewezen acht. De klacht tegen de tuchtbeslissing is niet gegrond.
De klacht is verder gericht tegen het feit dat de tuchtbeslissing niet op tijd betekend zou zijn aan klager. De klachtencommissie stelt ten eerste vast dat het tijdstip waarop de tuchtbeslissing werd genomen, niet werd genoteerd op de tuchtbeslissing. Ten tweede werd ook bij de handtekening van klager niet genoteerd op welke datum en welk tijdstip deze getekend werd. Nochtans worden al deze zaken vereist door bijlage 5 bij collectieve brief nr. 124 van 6 september 2013, waarin het model voor een tuchtbeslissing wordt vastgelegd. Zelfs indien de betekening aan klager niet binnen de termijn van 24 uur is gebeurd, vloeit hier niet automatisch de nietigheid van de beslissing uit voort. De in artikel 144, §7, eerste lid Basiswet vastgestelde termijn is slechts een termijn van orde, waardoor de laattijdige betekening op zichzelf niet de nietigheid van de beslissing met zich meebrengt. De klachtencommissie meent dat klager niet aantoont waarom de laattijdige betekening an sich hem schade zou hebben toegebracht. De klacht is niet gegrond.