Ga verder naar de inhoud

KC20/23-0021

Non fondée KC - Mechelen Commission des plaintes Mesure de sécurité particulière
BIJZONDERE VEILIGHEIDSMAATREGEL

De klachtencommissie stelt vast dat klager werd gehoord in het kader van het opleggen van een BVM en dat de directeur klager heeft toegelicht waarom zij meende dat er een gevaar voor de orde en veiligheid was. Klager is aangehouden voor deelname aan activiteiten van een terroristische groep, voor het verspreiden van een boodschap met het oogmerk aan te zetten tot het plegen van een terroristisch misdrijf, voor voorbereidende handelingen tot het plegen van een terroristisch misdrijf en voor poging terroristische moord. In het aanhoudingsmandaat wordt een groot recidivegevaar weerhouden aangezien klager op erg korte termijn een ogenschijnlijk radicale richting is ingeslagen. Ten gevolge van de bovenstaande ernstige aanwijzingen voor een gevaar van de orde en veiligheid, heeft de directeur de beslissing genomen om klager gedurende zeven dagen bijzondere veiligheidsmaatregelen op te leggen. De klachtencommissie meent dat de opgelegde maatregelen evenredig zijn aan het gevaar en van die aard zijn dat ze de dreiging verhelpen. De klachtencommissie besluit dat de beslissing voldoet aan de voorwaarden gesteld in de Basiswet en dat de beslissing niet onredelijk of onbillijk is gelet op de ernstige aanwijzingen. De klacht is ongegrond.