KC20/22-0012

TUCHT

Uit het RAD blijkt dat klager weigerde binnen te komen na de wandeling ondanks dat een PBA tot tweemaal toe het einde van de wandeling had afgeroepen voor de 4e sectie. Naast de PBA die het RAD heeft opgesteld, worden nog drie PBA’s vermeld als getuigen van de feiten. Klager betwist de feiten niet maar stelt dat het een misverstand is ten gevolge van de wijziging van de volgorde van de afdeling/sectie bij het binnenroepen van de wandeling. Van de gedetineerde mag worden verwacht dat zij voldoende aandachtig zijn bij het naderen van het einde van de wandeling, zodat zij de aanmaningen en bevelen van het personeel van de gevangenis horen en stipt opvolgen.
Het blijkt niet dat klager heeft aangezet tot of deelnam aan een collectieve actie die de veiligheid of de orde in de gevangenis in gevaar brengt. Wel heeft hij door zijn weigering de wandeling te verlaten wanneer zijn sectie werd afgeroepen de orde opzettelijk aangetast en geen gevolg gegeven aan de aanmaningen en bevelen van het personeel. De klacht is ongegrond.

De feiten zijn dan ook bewezen.