Ga verder naar de inhoud

KC20/21-0024

Non fondée KC - Mechelen Commission des plaintes Disciplinaire
TUCHT

De rapporten die de penitentiair beambten in de uitoefening van hun functie opstellen, vormen voor de gevangenisdirecteur principieel en bij ontstentenis van tegenindicaties een deugdelijke grondslag om het bestaan en de ernst van de feiten te beoordelen.
De Klachtencommissie stelt dat in dit geval de vaststellingen van de penitentiair bewakingsassistente (‘PBA’) duidelijk zijn genoteerd en dat er geen reden blijkt om aan deze vaststellingen te twijfelen. Klager betwist overigens niet dat hij in discussie is gegaan met de PBA. De directeur kon dan ook de tuchtrechtelijke inbreuk bewezen achten. De procedure is verlopen met inachtneming van de wettelijke vereisten.
Omtrent de straftoemeting stelt de Klachtencommissie vast dat de beslissing is genomen binnen het wettelijk toegelaten aantal dagen. De Klachtencommissie stelt bovendien dat de opgelegde sanctie redelijk en billijk is, gezien het niet de eerste tuchtinbreuk van klager betreft wegens het geen gevolg geven aan bevelen van personeel. De klacht is ongegrond.