Ga verder naar de inhoud

KC16/22-0059

Fondée KC - Leuven Centraal Commission des plaintes Mesure d'ordre
ORDEMAATREGEL - ARBEID - ONTSLAG - MOTIVERING

Indien de directeur een gedetineerde wil ontslaan, moet hij de dienstnota Arbeid-Tucht-Veiligheidsmaatregel van de Directie Juridische Dienst van 18.06.2015 volgen. Volgens de dienstnota kan de directeur iemand ontslaan indien hij niet langer geschikt is voor de arbeidspost. Gelet op de vertrouwensfunctie die klager had en het vermoeden van een drugs- en gsmhandel, was het vertrouwen volgens de directie geschonden, hetgeen net cruciaal is voor een vertrouwensjob. De afzetting tot werk moet bij ordemaatregel worden genomen en wordt schriftelijk meegedeeld wanneer de gedetineerde dit vraagt, met vermelding van de reden. De klachtencommissie is van oordeel dat de directeur de motiveringsplicht heeft geschonden door de verontrustende elementen waarvan sprake in de ordemaatregel, niet te verduidelijken in de beslissing zelf. Ter zitting heeft de directeur deze verontrustende elementen toegelicht maar een a posteriori motivering kan de gebrekkige motivering van de ordemaatregel niet rechtzetten. De ordemaatregel is dan ook onwettig.

De klachtencommissie stelt verder vast dat de ordemaatregel gebaseerd is op het vermoeden dat klager betrokken is bij een drugs- en gsmhandel. Een verklaring van een medegedetineerde die klager heeft neergestoken, die zou bevestigd geweest zijn door een onbekend aantal gedetineerden en die niet werd bijgehouden in een intern vertrouwelijk document is onvoldoende als bewijs. Bovendien heeft klager zijn functie gedurende 10 maanden zonder enige problemen en tot ieders genoegdoening uitgevoerd. De afzetting van het werk op basis van deze vermoedens is dan ook disproportioneel en bij de afweging van alle in aanmerking komende belangen onredelijk. De klacht is gegrond.
Un dossier d'appel a été ouvert avec la référence BC/22-0144