KC16/22-0044
Non fondée
KC - Leuven Centraal
Commission des plaintes
Autre décision directeur
BEZOEK - MOTIVERING
De klacht is gericht tegen de beslissing van de directeur tot weigering van het ongestoord bezoek. Klager wenst ongestoord bezoek te krijgen van zijn niet-samenwonende vriendin, een bezoeker van categorie 2. Bezoekers van categorie 2 worden toegelaten tot het bezoek na een voorafgaande toelating door de directeur. Klager heeft zijn vriendin heeft leren kennen in de gevangenis van Hasselt. De PSD van Hasselt was niet op de hoogte van de relatie en heeft aan de directeur meegedeeld dat er geen fysiek contact is geweest tussenbeide. Bovendien zat de vriendin van klager pas in detentie vanaf eind december 2021. De directie meent bijgevolg dat het niet is aangetoond dat de twee een duurzame relatie hebben van minstens 6 maanden.
Bovendien verwijst de directeur in haar motivatie voor de weigering naar het gerechtelijk verleden van klager en naar zijn persoonlijkheid. Klager werd in het verleden veroordeeld voor partnergeweld. De PSD beschrijft klager ook als iemand met problematische boosheid en lage frustratietolerantie. Bijgevolg is de directie van mening dat de veiligheid van bezoekster onvoldoende kan gegarandeerd worden tijdens het ongestoord bezoek. Zowel de PSD als de directie willen eerst het tafelbezoek evalueren alvorens er ongestoord bezoek wordt toegelaten.
De voorlopige ontzegging werd schriftelijk genomen en is met redenen omkleed. Klager kan over drie maanden een nieuwe aanvraag indienen.
De klachtencommissie is van oordeel dat de directie de bepalingen van de Basiswet en het Koninklijk Besluit correct heeft toegepast in haar beslissing en tot een zorgvuldige analyse is gekomen.
De klacht is ongegrond.
De klacht is gericht tegen de beslissing van de directeur tot weigering van het ongestoord bezoek. Klager wenst ongestoord bezoek te krijgen van zijn niet-samenwonende vriendin, een bezoeker van categorie 2. Bezoekers van categorie 2 worden toegelaten tot het bezoek na een voorafgaande toelating door de directeur. Klager heeft zijn vriendin heeft leren kennen in de gevangenis van Hasselt. De PSD van Hasselt was niet op de hoogte van de relatie en heeft aan de directeur meegedeeld dat er geen fysiek contact is geweest tussenbeide. Bovendien zat de vriendin van klager pas in detentie vanaf eind december 2021. De directie meent bijgevolg dat het niet is aangetoond dat de twee een duurzame relatie hebben van minstens 6 maanden.
Bovendien verwijst de directeur in haar motivatie voor de weigering naar het gerechtelijk verleden van klager en naar zijn persoonlijkheid. Klager werd in het verleden veroordeeld voor partnergeweld. De PSD beschrijft klager ook als iemand met problematische boosheid en lage frustratietolerantie. Bijgevolg is de directie van mening dat de veiligheid van bezoekster onvoldoende kan gegarandeerd worden tijdens het ongestoord bezoek. Zowel de PSD als de directie willen eerst het tafelbezoek evalueren alvorens er ongestoord bezoek wordt toegelaten.
De voorlopige ontzegging werd schriftelijk genomen en is met redenen omkleed. Klager kan over drie maanden een nieuwe aanvraag indienen.
De klachtencommissie is van oordeel dat de directie de bepalingen van de Basiswet en het Koninklijk Besluit correct heeft toegepast in haar beslissing en tot een zorgvuldige analyse is gekomen.
De klacht is ongegrond.