KC16/21-0033
Non fondée
Fondée
KC - Leuven Centraal
Commission des plaintes
Autre décision directeur
Disciplinaire
Fouille à corps
TUCHT - FOUILLE LICHAAM - VERBODEN SUBSTANTIES - PUNTENSYSTEEM
De Klachtencommissie ziet geen reden waarom de directie zich bij het nemen van de bestreden beslissing niet zou mogen steunen op het voorliggende rapport aan de directie en de verklaringen van de medegedetineerde. Klager maakt voor de Klachtencommissie ten slotte geen begin van bewijs van het tegendeel aannemelijk. De klacht over de tuchtsanctie is ongegrond.
De opgelegde punten kunnen (wanneer het er tien zijn) wel degelijk bepaalde gevolgen hebben. De Klachtencommissie kan afleiden dat de directie met het opleggen van de punten aan klager een duidelijke intentie tot bestraffen had, buiten het wettelijke kader van de Basiswet om. De Klachtencommissie stelt vast dat er een schending is van artikel 124, § 1 Basiswet.
De klacht gericht tegen het puntensysteem is gegrond.
De Klachtencommissie oordeelt dat, hoewel de fouillering op het lichaam regelmatig is gemotiveerd, de uitvoering ervan als rechtstreeks met een beslissing van de directie samenhangende feitelijkheid in strijd is met artikel 108, § 2, vierde lid.
De klacht tegen de fouillering op het lichaam is gegrond.
De Klachtencommissie ziet geen reden waarom de directie zich bij het nemen van de bestreden beslissing niet zou mogen steunen op het voorliggende rapport aan de directie en de verklaringen van de medegedetineerde. Klager maakt voor de Klachtencommissie ten slotte geen begin van bewijs van het tegendeel aannemelijk. De klacht over de tuchtsanctie is ongegrond.
De opgelegde punten kunnen (wanneer het er tien zijn) wel degelijk bepaalde gevolgen hebben. De Klachtencommissie kan afleiden dat de directie met het opleggen van de punten aan klager een duidelijke intentie tot bestraffen had, buiten het wettelijke kader van de Basiswet om. De Klachtencommissie stelt vast dat er een schending is van artikel 124, § 1 Basiswet.
De klacht gericht tegen het puntensysteem is gegrond.
De Klachtencommissie oordeelt dat, hoewel de fouillering op het lichaam regelmatig is gemotiveerd, de uitvoering ervan als rechtstreeks met een beslissing van de directie samenhangende feitelijkheid in strijd is met artikel 108, § 2, vierde lid.
De klacht tegen de fouillering op het lichaam is gegrond.