Ga verder naar de inhoud

KC16/21-0015

Non fondée KC - Leuven Centraal Commission des plaintes Disciplinaire
TUCHT - VERBODEN SUBSTANTIE - VERMOEDEN VAN ONSCHULD

Klager beroept zich voor de Klachtencommissie op het vermoeden van onschuld. Hij meent dat het voordeel van de twijfel hem toekomt nu het slechts zijn woord is tegen het woord van de betrokken PBA. De Klachtencommissie ziet echter geen reden waarom de directie zich bij het nemen van de bestreden beslissing niet zou mogen steunen op het rapport aan de directie en de observatienota. De observatienota en het RAD beschrijven uitgebreid en in duidelijke bewoordingen de door de klager gepleegde feiten die de directie als tuchtfeiten kon weerhouden. De directie kon deze documenten voor waar en als voldoende aannemen.
De klacht is ongegrond.