Ga verder naar de inhoud

KC16/20-0016

Fondée KC - Leuven Centraal Commission des plaintes Disciplinaire
TUCHT - VERBODEN SUBSTANTIES - GEURWAARNEMING - MOTIVERING

De Klachtencommissie neemt aan dat de op de gang waargenomen geur - die ook door klager zelf werd waargenomen - aanleiding kan geven tot een celcontrole. De Klachtencommissie stelt echter vast dat noch de grondige celcontrole, noch het onderzoek van de in de cel aangetroffen materialen, noch de fouillering op het lichaam enige aanwezigheid of aanwijsbare sporen van wiet of een andere verboden substantie hebben aangetoond. De directeur heeft klaarblijkelijk geen rekening gehouden met het gevoerde onderzoek. De directie heeft zonder meer beslist dat klager druggebruiker is, louter omdat haar personeel drugsgeur meende te hebben waargenomen aan de cel van klager. De geurwaarneming van de personeelsleden vond echter geen steun in het daarop volgende materieel onderzoek. Klager betwist overigens formeel een gebruiker te zijn. Uit de hoorzitting van de Klachtencommissie bleek ook
dat klager geen tuchtrechtelijke voorgaanden heeft en over een blanco tuchtregister beschikt. De Klachtencommissie is van oordeel dat in redelijkheid en billijkheid niet kon worden besloten tot het bewezen zijn van het bezit van of de handel in de door de wet verboden substanties. De klacht is gegrond.