Ga verder naar de inhoud

KC16/20-0005

Non fondée KC - Leuven Centraal Commission des plaintes Disciplinaire
TUCHT

De Klachtencommissie is van oordeel dat de opstart van de tuchtprocedure, met schriftelijke neerslag in de ‘mededeling aan de gedetineerde inzake de tuchtprocedure’, voldoet aan de wettelijke vereisten van de Basiswet. De beslissing van de directeur doorstaat op dat punt de legaliteitstoets. Het feit dat de tuchtprocedure hier werd opgestart naar aanleiding van een observatienota en niet naar aanleiding van een rapport aan de directeur, is volgens de Klachtencommissie onvoldoende om te stellen dat de beslissing de legaliteitstoets niet doorstaat. Het uitsluiten van de mogelijkheid tot het opstarten van een tuchtprocedure op basis van een observatienota zou impliceren dat een belangrijk deel van de beslissingsbevoegdheid zou worden verlegd van de directeur naar penitentiaire beambtes, op basis van het formulier dat zij menen te moeten gebruiken.

De Klachtencommissie is bijkomend van oordeel dat het loutere opstarten van de tuchtprocedure niet onredelijk of onbillijk is. Klager had effectief de mogelijkheid om zich op de tuchtzitting mondeling en eventueel schriftelijk te verweren. Dat Klager andere verwachtingen had, namelijk dat het bij een verwittiging zou blijven, doet geen afbreuk aan de redelijkheid van de beslissing van de directeur.

De klacht is ongegrond.