KC10/24-0104
Irrecevable
KC - Hasselt
Commission des plaintes
Pas de décision du directeur
BEZOEK - PRIVELEVEN - GEEN BESLISSING DIRECTEUR - BEVOEGDHEID
Klager meent dat zijn recht op bezoek uit de Basiswet geschonden is doordat hij zijn echtgenote sinds zijn overplaatsing van de gevangenis van Brugge naar de gevangenis van Hasselt niet meer fysiek heeft gezien.
De klachtencommissie is enerzijds bevoegd om klachten te behandelen die gericht zijn tegen beslissingen die werden genomen door of namens de directie. De klachtencommissie meent dat er in casu geen sprake is van een beslissing van of namens de directie van de gevangenis van Hasselt waardoor klager zijn echtgenote al een jaar niet kan zien.
Een gedetineerde kan anderzijds een ontvankelijke klacht indienen tegen het verzuim of de weigering van de directie om een beslissing te nemen binnen een wettelijke termijn, of bij het ontbreken ervan, binnen een redelijke termijn. Op basis van de verklaringen van partijen, is de klachtencommissie van oordeel dat de directie van de gevangenis van Hasselt niet heeft nagelaten of heeft geweigerd om een beslissing te nemen zodat een bezoek van klager aan zijn echtgenote mogelijk is. De directie heeft tijdens de zitting geen bezwaar geuit dat klager zijn echtgenoot zou bezoeken in de gevangenis van Brugge. De bevoegdheid van de gevangenisdirectie beperkt zich in casu echter tot het toelaten of ontzeggen van bezoek. Voor de verwezenlijking van een bezoek van klager aan zijn echtgenote, is de dienstverlening van de DAB immers noodzakelijk. De DAB is een dienst die onder de politie ressorteert en instaat voor de overbrenging van gedetineerden tussen strafinrichtingen. Aangezien de DAB dus niet onder het gezag van de directie staat, kan zij de overbrenging van klager in het kader van een bezoektransfer niet opdragen aan de DAB.
Tot slot blijkt uit de verklaringen van partijen dat de directie bovendien samen met klager verschillende mogelijke opties heeft verkend en het nodige heeft gedaan om zijn overplaatsingen aan te vragen.
De klachtencommissie besluit dat er geen sprake is van een verzuim of een weigering in hoofde van de directie om een beslissing te nemen. Om deze reden acht de klachtencommissie de klacht van klager niet-ontvankelijk.
Klager meent dat zijn recht op bezoek uit de Basiswet geschonden is doordat hij zijn echtgenote sinds zijn overplaatsing van de gevangenis van Brugge naar de gevangenis van Hasselt niet meer fysiek heeft gezien.
De klachtencommissie is enerzijds bevoegd om klachten te behandelen die gericht zijn tegen beslissingen die werden genomen door of namens de directie. De klachtencommissie meent dat er in casu geen sprake is van een beslissing van of namens de directie van de gevangenis van Hasselt waardoor klager zijn echtgenote al een jaar niet kan zien.
Een gedetineerde kan anderzijds een ontvankelijke klacht indienen tegen het verzuim of de weigering van de directie om een beslissing te nemen binnen een wettelijke termijn, of bij het ontbreken ervan, binnen een redelijke termijn. Op basis van de verklaringen van partijen, is de klachtencommissie van oordeel dat de directie van de gevangenis van Hasselt niet heeft nagelaten of heeft geweigerd om een beslissing te nemen zodat een bezoek van klager aan zijn echtgenote mogelijk is. De directie heeft tijdens de zitting geen bezwaar geuit dat klager zijn echtgenoot zou bezoeken in de gevangenis van Brugge. De bevoegdheid van de gevangenisdirectie beperkt zich in casu echter tot het toelaten of ontzeggen van bezoek. Voor de verwezenlijking van een bezoek van klager aan zijn echtgenote, is de dienstverlening van de DAB immers noodzakelijk. De DAB is een dienst die onder de politie ressorteert en instaat voor de overbrenging van gedetineerden tussen strafinrichtingen. Aangezien de DAB dus niet onder het gezag van de directie staat, kan zij de overbrenging van klager in het kader van een bezoektransfer niet opdragen aan de DAB.
Tot slot blijkt uit de verklaringen van partijen dat de directie bovendien samen met klager verschillende mogelijke opties heeft verkend en het nodige heeft gedaan om zijn overplaatsingen aan te vragen.
De klachtencommissie besluit dat er geen sprake is van een verzuim of een weigering in hoofde van de directie om een beslissing te nemen. Om deze reden acht de klachtencommissie de klacht van klager niet-ontvankelijk.