Ga verder naar de inhoud

KC10/24-0040

Non fondée KC - Hasselt Commission des plaintes Mesure d'ordre Fouille à corps
FOUILLE LICHAAM - ORDEMAATREGEL - BEZOEK - VERBODEN SUBSTANTIES - TUCHT

Er werd een rapport aan de directie (RAD) opgemaakt omdat een beambte op de camerabeelden van het bezoek verdachte handelingen van klager zag. De beambte bracht de adjudant op de hoogte waarna de directeur toestemming gaf om over te gaan tot een fouillering op het lichaam van klager na afloop van het bezoek. De klachtencommissie is van oordeel dat de motivering van de bestreden beslissing de concrete en geïndividualiseerde elementen bevat waarom de directeur het vermoeden had dat klager tijdens het tafelbezoek in het bezit was gekomen van verboden voorwerpen of substanties. Bovendien werd ook gemotiveerd waarom een onderzoek aan de kledij niet zou volstaan. De klachtencommissie besluit dat de beslissing tot het opleggen van een fouillering op het lichaam voldeed aan de voorwaarden uit de Basiswet. Deze klacht is ongegrond.

Volgens het RAD werkte klager goed mee met de naaktfouille en overhandigde hij een USB-stick, drie blokjes hasj en een zakje met een bruine poedervormige substantie. Naar aanleiding van deze vondst heeft de directeur een ordemaatregel opgelegd waardoor de bezoektoelating van klager met zijn vriendin en zijn vriend voor drie maanden beperkt is tot glasbezoek. De ordemaatregel specifieert dat het om 68 gram hasj en een zakje heroïne ging. Het staat vast dat klager via zijn bezoekers de drugs heeft binnengesmokkeld aangezien klager ten aanzien van het personeel alsook in zijn klacht heeft toegegeven dat hij onder druk werd gezet door andere gedetineerden. De klachtencommissie meent dat de omstandigheid dat klager verklaart dat hij onder druk wordt gezet, een ernstige reden is om aan te nemen dat er via het bezoek opnieuw zal worden gesmokkeld. De directie beschrijft in de beslissing in welke mate de aanwezigheid van drugs een ernstig risico inhoudt voor de orde in de gevangenis en de veiligheid van de bewoners en personeelsleden. De klachtencommissie stelt in eerste instantie vast dat de ordemaatregel werd opgelegd conform de voorwaarden uit de Basiswet en Collectieve Brief nr. 107. De beslissing is alvast wettig. Bovendien meent de klachtencommissie dat de ordemaatregel niet onredelijk of onbillijk is. De ordemaatregel is een effectieve manier om drugssmokkel via bezoek te verhinderen maar laat anderzijds wel toe dat klager nog steeds zijn bezoekers kan zien. Deze klacht is ongegrond.

Klager werd tenslotte tuchtrechtelijk gesanctioneerd wegens het bezit van of de handel in door of krachtens de wet verboden voorwerpen of substanties, een tuchtinbreuk van eerste categorie, en het niet-naleven van de door het huishoudelijk reglement voorgeschreven bepalingen, een tuchtinbreuk van tweede categorie. Klager heeft bij aanvang toegegeven dat hij drugs en een USB-stick heeft binnengesmokkeld zodat de directie de tuchtinbreuken in redelijkheid en billijkheid kon bewezen verklaren in hoofde van klager. Als verdediging gaf klager aan dat hij onder druk werd gezet door andere gedetineerden. De directie vond deze verklaring van klager ongeloofwaardig en heeft hiermee geen rekening gehouden bij de straftoemeting. De directie is hiertoe ook niet verplicht. De klachtencommissie meent op basis van het verslag van de tuchtrechtelijke hoorzitting, dat de verklaring van klager hierover bijzonder summier was. Bij samenloop tussen tuchtrechtelijke inbreuken worden de verschillende inbreuken bestraft als één tuchtrechtelijke inbreuk van dezelfde categorie als de zwaarste van de samenlopende tuchtinbreuken. Voor een tuchtinbreuk van eerste categorie kan maximaal dertig dagen ATV opgelegd worden zodat de tuchtsanctie in casu van 21 dagen ATV wettig was. Bovendien meent de klachtencommissie dat de tuchtsanctie ook niet onredelijk of onbillijk is gelet op de hoeveelheid en de soort gesmokkelde drugs en de vele tuchtrechtelijke voorgaanden van klager in verband met drugs.

De klachtencommissie verduidelijkt ten slotte dat er geen sprake is van een dubbele bestraffing. Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen de finaliteit van een tuchtbeslissing en een ordemaatregel. De ordemaatregel werd opgelegd teneinde de orde en veiligheid in de gevangenis te beschermen. Door glasbezoek op te leggen probeert men eventuele toekomstige drugssmokkel via klager alvast te elimineren. De tuchtbeslissing daarentegen is een individuele reactie op het gedrag van klager. Door drugs binnen te smokkelen heeft klager een tuchtinbreuk begaan van eerste categorie. Deze klacht is ongegrond.
Un dossier d'appel a été ouvert avec la référence BC/24-0128