Ga verder naar de inhoud

KC10/24-0030

Non fondée KC - Hasselt Commission des plaintes Disciplinaire
TUCHT

In dossier KC10/24-0018 vernietigde de klachtencommissie de tuchtbeslissing van 04.02.2024 omdat een onwettige tuchtsanctie werd opgelegd door de directie. Klager werd voor een tuchtinbreuk van tweede categorie gesanctioneerd met een voorwaardelijke bijzondere tuchtsanctie van dertig dagen individuele wandeling terwijl de wettelijk toegestane maximumsanctie vijftien dagen bedraagt. De klachtencommissie droeg de directie op om binnen de veertien dagen na de betekening van de uitspraak, een nieuwe beslissing te nemen. De directie voerde de beslissing van de klachtencommissie uit door op 04.03.2024 een nieuwe tuchtbeslissing te nemen waarbij klager werd gesanctioneerd wegens de opzettelijke aantasting van de orde, een tuchtinbreuk van eerste categorie, met een voorwaardelijke bijzondere tuchtsanctie van dertig dagen individuele wandeling.

Thans dient klager opnieuw klacht in tegen de tuchtbeslissing van 04.03.2024 omdat hij nog steeds meent onschuldig te zijn. De klachtencommissie heeft kennisgenomen van het tuchtdossier. Klager werd tuchtrechtelijk gesanctioneerd wegens de opzettelijke aantasting van de orde (inbreuk van eerste categorie) gelet op de feiten van protestactie – buiten blijven na einde wandeling. De klachtencommissie acht de verklaringen van klager ongeloofwaardig aangezien uit het tuchtdossier blijkt dat andere gedetineerden wel vrijwillig naar binnen zijn gekomen. De omstandigheid dat klager zich niet bij deze gedetineerden aansloot, maakt klager volgens de klachtencommissie een deelnemer van de actie. De klachtencommissie is bijgevolg van oordeel dat de directeur in redelijkheid en billijkheid de tuchtinbreuk kon bewezen verklaren in hoofde van klager. De directeur legde een voorwaardelijke bijzondere tuchtsanctie op in de vorm van dertig dagen individuele wandeling. Voor een tuchtinbreuk van eerste categorie kan maximaal dertig dagen individuele wandeling opgelegd worden. Bovendien is er een verband tussen de feiten en de opgelegde sanctie zodat de bijzondere tuchtsanctie een spiegelende sanctie is. De tuchtsanctie is wettig. De klachtencommissie is bovendien van oordeel dat de sanctie niet onredelijk of onbillijk is gelet op het voorwaardelijke karakter. Om deze redenen is de klacht ongegrond. De tuchtbeslissing van 04.03.2024 blijft bestaan.
Un dossier d'appel a été ouvert avec la référence BC/24-0104