Ga verder naar de inhoud

KC10/23-0038

Non fondée KC - Hasselt Commission des plaintes Disciplinaire
TUCHT - BEWIJS - SANCTIE

Klager meent dat de vaststellingen in de rapporten niet kloppen en dat hij bijgevolg te zwaar werd gesanctioneerd. De rapporten aan de directeur vormen voor de directie een belangrijke basis als bewijs voor een tuchtrechtelijke inbreuk. De directie mag in de motivering van haar beslissing verwijzen naar een  voldoende duidelijk opgesteld RAD. Zij mag op basis daarvan een tuchtsanctie opleggen omdat de directie er redelijkerwijze kan van uitgaan dat deze rapporten een correcte weergave zijn van de feiten, tenzij er overtuigende elementen worden aangevoerd die het tegendeel aantonen. Gelet op de discretionaire beoordelingsbevoegdheid van de directeur, is de klachtencommissie enkel bevoegd om na te gaan of de feitenvinding zorgvuldig gebeurde, of er werd uitgegaan van de juiste feitelijke gegevens en of de appreciatiebevoegdheid op een zorgvuldige wijze werd uitgeoefend.

De klachtencommissie heeft kennisgenomen van de uitgebreide en gedetailleerde rapporten, ondertekend door de opstellers en een getuige. Daaruit blijkt de geagiteerde houding, de beledigende toon ten aanzien van het personeelslid en de agressie van klager waarbij een medegedetineerde op de wandeling gewond raakte. Tijdens de tuchtrechtelijke hoorzitting ontkende klager het personeelslid hoerenzoon te hebben genoemd. Hij geeft wel toe dat er een discussie was en dat hij de medegedetineerde op de wandeling één klap heeft gegeven. De klachtencommissie is echter van oordeel dat klager geen concrete, noch overtuigende tegenindicaties heeft aangebracht waarom de opsteller en de getuige zouden liegen en de vaststellingen niet correct zouden zijn. De klachtencommissie  ziet dan ook geen reden  waarom  de directie zich bij het nemen van de bestreden beslissing niet  had  mogen  steunen op de rapporten.

De directeur legde een bijzondere tuchtsanctie op in de vorm van dertig dagen individuele wandeling wegens de opzettelijke aantasting van de fysieke integriteit van personen, een inbreuk van eerste categorie en het beledigen van personen in de gevangenis, een inbreuk van tweede categorie. Bij samenloop tussen tuchtrechtelijke inbreuken worden de verschillende inbreuken bestraft als één tuchtrechtelijke inbreuk van dezelfde categorie als de zwaarste van de samenlopende tuchtinbreuken. Voor een tuchtinbreuk van eerste categorie kan maximaal dertig dagen individuele wandeling opgelegd worden. Bovendien is er een verband tussen de feiten en de opgelegde sanctie zodat de bijzondere tuchtsanctie een spiegelende sanctie is. De tuchtsanctie is bijgevolg wettig. Gelet op de ernst van de feiten, is de klachtencommissie van oordeel dat de tuchtsanctie ook niet onredelijk of onbillijk is.

De klacht is ongegrond.