Ga verder naar de inhoud

KC10/23-0031

Non fondée Irrecevable KC - Hasselt Commission des plaintes Mesure provisoire Disciplinaire Pas de décision du directeur
VOORLOPIGE MAATREGEL - TUCHT - GEEN BESLISSING DIRECTEUR - BEVOEGDHEID

In zoverre de klacht betrekking heeft op het gevangenispersoneel van de PI te Tongeren, had deze klacht bij de klachtencommissie te Tongeren moeten ingediend worden. Dit onderdeel van de klacht is dan ook niet ontvankelijk.
In zoverre de klacht betrekking heeft op het gevangenispersoneel van de PI te Hasselt is ze niet ontvankelijk daar ze niet is gericht tegen een beslissing van de directeur.
Klager beklaagt zich vervolgens dat hij als illegaal werd opgesloten in de gevangenis in plaats van een gesloten centrum voor mensen zonder recht op verblijf. De opsluiting in een gevangenis is niet de bevoegdheid van een gevangenisdirecteur. Bij gebreke aan een beslissing van de directeur, is de klacht onontvankelijk.

Klager diende ook een klacht in tegen een voorlopige maatregel. De directeur had een voorlopige maatregel opgelegd omdat hij van oordeel was dat de interne veiligheid ernstig en opzettelijk was aangetast wegens het verstoren van de orde en agressie van klager naar het personeel. Er werd een rapport aan de directeur (RAD) opgemaakt omwille van een incident met klager waarbij hij stampte op zijn celdeur en riep, zijn winket had afgeplakt, een kubus had kapot gegooid en verbaal en uiteindelijk ook fysiek agressief uithaalde naar het personeel. Vier personeelsleden liepen verwondingen op. Klager moest in afwachting van de tuchtrechtelijke hoorzitting verblijven in de beveiligde cel. Gelet op het uitgebreide RAD dat ondertekend werd door zeven personeelsleden, is de klachtencommissie van oordeel dat de voorwaarden om een voorlopige maatregel op te leggen, vervuld waren. De klacht is ongegrond.

Klager diende tenslotte ook een klacht in tegen de tuchtbeslissing waardoor hij diende te verblijven in het “cachot”. De klachtencommissie heeft kennisgenomen van het uitgebreide en gedetailleerde RAD ondertekend door de opsteller en zes getuigen. Daaruit blijkt de geagiteerde houding en het agressieve gedrag van klager waarbij verschillende personeelsleden verwondingen opliepen. De klachtencommissie is verder van oordeel dat klager zowel op de tuchtrechtelijke hoorzitting als in zijn klacht geen concrete, noch overtuigende tegenindicaties heeft aangebracht waarom de opsteller zou liegen en de vaststellingen niet correct zouden zijn. De klachtencommissie  ziet dan ook geen reden  waarom  de directie zich bij het nemen van de bestreden beslissing niet  had mogen  steunen op het RAD. De klachtencommissie is van oordeel dat de directeur in redelijkheid en billijkheid de tuchtinbreuk kon bewezen verklaren. De directeur legde een algemene tuchtsanctie op in de vorm van negen dagen opsluiting in de strafcel wegens de opzettelijke aantasting van de fysieke integriteit van personen, een inbreuk van eerste categorie. Voor een inbreuk van eerste categorie kan maximaal negen dagen opsluiting in de strafcel worden opgelegd, zodat de tuchtsanctie wettig is. Gelet op de ernst van de feiten, is de klachtencommissie van oordeel dat de tuchtsanctie ook niet onredelijk of onbillijk is. De klacht is ongegrond.