KC10/22-0030
Irrecevable
KC - Hasselt
Commission des plaintes
Pas de décision du directeur
GEEN BESLISSING DIRECTEUR - BEVOEGDHEID - KLACHTENPROCEDURE - SCHADE - TEGEMOETKOMING
In zijn klacht stelt klager dat hij meent recht te hebben op een financiële compensatie naar aanleiding van de beslissing in KC10/22-0013. Indien klager van mening was dat de Klachtencommissie aan de beslissing KC10/22-0013 eveneens een compensatie had moeten koppelen, diende hij beroep aan te tekenen tegen die beslissing. De Klachtencommissie wijst op artikel 158 §4, tweede lid van de Basiswet dat de toekenning van enige financiële vergoeding door de Klachtencommissie uitsluit. Dit principe geldt ook voor de Beroepscommissie, aangezien artikel 158 §4 overeenkomstig van toepassing wordt verklaard door artikel 162 §3. Indien klager meent geldelijk vergoed te moeten worden voor schade die hij ten gevolge van een fout van de directie geleden heeft, dient hij zich te wenden tot de burgerlijke rechtbank. De klacht is onontvankelijk.
In zijn klacht stelt klager dat hij meent recht te hebben op een financiële compensatie naar aanleiding van de beslissing in KC10/22-0013. Indien klager van mening was dat de Klachtencommissie aan de beslissing KC10/22-0013 eveneens een compensatie had moeten koppelen, diende hij beroep aan te tekenen tegen die beslissing. De Klachtencommissie wijst op artikel 158 §4, tweede lid van de Basiswet dat de toekenning van enige financiële vergoeding door de Klachtencommissie uitsluit. Dit principe geldt ook voor de Beroepscommissie, aangezien artikel 158 §4 overeenkomstig van toepassing wordt verklaard door artikel 162 §3. Indien klager meent geldelijk vergoed te moeten worden voor schade die hij ten gevolge van een fout van de directie geleden heeft, dient hij zich te wenden tot de burgerlijke rechtbank. De klacht is onontvankelijk.