Ga verder naar de inhoud

KC10/21-0044

Non fondée KC - Hasselt Commission des plaintes Disciplinaire
TUCHT - TOEREKENBAARHEID

De Klachtencommissie acht het niet onredelijk dat de feiten die beschreven werden in het RAD van 6 november 2021 door de directeur werden gekwalificeerd als zijnde de opzettelijke aantasting van de psychische integriteit van personen (artikel 129, 2° van de Basiswet). Zowel uit het RAD, als uit het schriftelijk antwoord van het betrokken personeelslid, als uit de verklaringen ter tuchtrechtelijke hoorzitting én de zitting van de Klachtencommissie blijkt in elk geval dat klager ontbloot was. Of hij daarbij daadwerkelijk aan het masturberen was (volgens het RAD), dan wel louter met zijn penis in zijn hand voor de TV stond (volgens het antwoord op de schriftelijke vraag), dan wel zich aan het wassen was (volgens klager) is volgens de Klachtencommissie weinig relevant. De directie kon redelijkerwijs vaststellen dat klager zich op cel met ontbloot geslacht bevond en dit op een ogenblik dat hij wist dat, ingevolge controle, het winket om/rond 21u zou worden geopend. Het feit dat even voordien een personeelslid aan zijn cel was geweest om een wc-rol te overhandigen doet hieraan geen afbreuk. Dit gegeven rechtvaardigt niet de veronderstelling dat de controle die om/rond 21u normaal plaatsgrijpt, niet zou worden uitgevoerd. Volgens de Klachtencommissie had klager zich om/rond 21u kunnen en moeten verwachten aan het openen van het winket. Hij diende er bijgevolg over te waken dat hij zich op dat ogenblik in een niet aanstootgevende toestand in zijn cel bevond. Bovendien vermeldt het RAD dat klager bij het openen van het winket lachte, hetgeen aantoont dat hij niet verrast was. Nergens wordt vermeld dat klager, bij het openen van het winket schrok, of de moeite deed om zijn geslacht te bedekken, hetgeen volgens de Klachtencommissie het opzettelijk karakter van de handeling aantoont. De motivering van de tuchtbeslissing voldoet volgens de Klachtencommissie aan de vereisten van artikel 8 van de Basiswet, aangezien ze expliciet ingaat op de elementen waaruit de aantasting van de psychische integriteit blijkt, alsook elementen die wijzen op het opzettelijk karakter van de inbreuk. De Klachtencommissie acht de sanctie van 7 dagen ATV voor deze inbreuk redelijk. De klacht is ongegrond.