Ga verder naar de inhoud

KC10/21-0018

Fondée Compensation KC - Hasselt Commission des plaintes Fouille à corps
FOUILLE LICHAAM - MOTIVERING - TEGEMOETKOMING

Artikel 108 §1 en §2, tweede lid van de Basiswet bepaalt dat de directeur kan beslissen tot fouillering op het lichaam indien er individuele aanwijzingen voorhanden zijn dat het onderzoek aan de kledij niet volstaat om na te gaan of de gedetineerde in het bezit is van voorwerpen of substanties die verboden of gevaarlijk kunnen zijn. Artikel 8 van de Basiswet bepaalt dat alle beslissingen die in het kader van de Basiswet worden genomen, met redenen omkleed zijn, behoudens uitzonderingsgevallen. De motiveringsplicht verplicht de directie om in de beslissing zelf de juridische en feitelijke overwegingen op te nemen die aan de beslissing ten grondslag liggen, en dit op een afdoende wijze. Klager werd niet in kennis gesteld van het informatierapport, hetgeen niet abnormaal is. Hetgeen de directie ter zitting aanhaalt, namelijk dat klager hier mondeling wél van op de hoogte werd gesteld, zodat hij over meer informatie beschikte dan uiteindelijk in de motivering werd opgenomen en dat dit zou blijken uit de stoffering van de klacht, is volgens de Klachtencommissie onvoldoende vastgesteld. De motivering van de beslissing tot fouillering op het lichaam is dermate summier, dat ze klager onvoldoende in staat stelt om te begrijpen waarom de fouillering op het lichaam noodzakelijk was. Bovendien dient de directie in de beslissing tot fouillering op het lichaam ook te motiveren waarom een onderzoek aan de kledij niet volstaat om na te gaan of de gedetineerde in het bezit is van voorwerpen of substanties die verboden of gevaarlijk kunnen zijn. Dit principe werd reeds bevestigd door de Beroepscommissie (CA 22 februari 2021, 21-0014, 7). De klacht is gegrond. De beslissing tot fouillering op het lichaam wordt vernietigd. Klager krijgt een tegemoetkoming van één extra individuele wandeling.