Ga verder naar de inhoud

KC09/24-0176

Fondée Compensation Irrecevable KC - Gent Commission des plaintes Autre décision directeur Pas de décision du directeur
CELMUTATIE - MEERPERSOONSCEL - OVERBEVOLKING - GEZONDHEID - GEÏNTERNEERDE - TEGEMOETKOMING

De klacht gaat over de herhaaldelijke plaatsing van klager (niet-roker) in een cel die bedoeld is voor één persoon, met een andere gedetineerde die rookt, alsook over het plaatsen van een derde persoon op
de (mono)cel waarin klager verblijft. Deze klacht is ontvankelijk en gegrond.

Omtrent de plaatsing van klager (niet-roker) op een cel samen met een roker:

De beslissing van de directie is volgens de klachtencommissie in strijd met artikel 3 EVRM, omdat onvoldoende maatregelen werden genomen om klager te beschermen tegen de schadelijke effecten van passief roken.
Klager kampt met verschillende gezondheidsproblemen, waaronder een irritatiehoest veroorzaakt door passief meeroken.
De directie betwist niet dat zij wist dat klager een niet-roker is. In de gevangenis worden rokers en niet-rokers normaal gezien ook van elkaar gescheiden en niet samen op cel geplaatst. De directie verwijst naar klaarblijkelijk foutieve registraties in het systeem, die volgens haar niet aan de directie verweten kunnen worden, waardoor klager toch met (een) roker(s) op cel werd geplaatst.

De klachtencommissie is echter van oordeel dat de eindverantwoordelijkheid voor de correcte registratie van wie wel of niet rookt, bij de directie ligt en dat de gedetineerde zeker niet het slachtoffer mag worden van fouten in het systeem. Bovendien kan de klachtencommissie zich voorstellen dat er uitzonderlijk een fout kan worden gemaakt, doch klager maakt aannemelijk dat deze fout veelvuldig werd gemaakt, waardoor hij in het totaal 11 maanden, ondanks meer dan 10 celmutaties, wel met een roker op cel diende te verblijven, alsook dat dit schadelijk was voor zijn gezondheid.


Omtrent de plaatsing van klager in een cel met een tweede en derde andere gedetineerde, ondanks dat de cel bedoeld is voor één persoon (“monocel”):

Op basis van hetgeen klager beschrijft besluit de klachtencommissie dat er in het geval van klager een sterk vermoeden is dat zijn opsluiting in strijd is met het verbod op onmenselijke behandeling. De directie betwist niet dat klager op een monocel verblijft. De oppervlakte van dergelijke cel bedraagt in de gevangenis van Gent 9 m². Wanneer de ruimte voor sanitaire voorzieningen hiervan worden afgetrokken en met 3 personen op de cel verbleven wordt, beschikt elk van de op de cel aanwezige gedetineerden over minder dan 3 m² per persoon.

De directie heeft geen enkel verweer aangevoerd naar aanleiding van de klacht van klager dat er een derde persoon op zijn cel werd geplaatst. De directie werd daar nochtans wel uitdrukkelijk toe in de mogelijkheid gesteld. De directie heeft dan ook geen enkel argument aangevoerd waarmee het vermoeden weerlegd kan worden. Klager haalt daarentegen zelf wel aan dat er verschillende verzwarende omstandigheden aan zijn
detentie verbonden zijn: hij is geïnterneerd, lijdt aan gezondheidsproblemen, heeft een leeftijd van 70+, wordt al 11 maanden blootgesteld aan passief roken etc.


De klachtencommissie draagt de directie op om klager – voor zover dit nog niet gebeurd is – onmiddellijk een verblijfsruimte toe te wijzen waarin klager (én de eventuele celgeno(o)t(en)) over een persoonlijke ruimte van minstens 3m² (exclusief het sanitair gedeelte) beschikt en in een bed kan slapen. Indien klager samen met een celgenoot op cel wordt geplaatst, mag deze celgenoot geen roker zijn.

De klachtencommissie is daarnaast van oordeel dat een tegemoetkoming passend is, gelet klager aannemelijk maakt dat er gedurende 11 maanden een schending van zijn mensenrechten was. De klachtencommissie kent de door klager gevraagde tegemoetkoming toe: gedurende 11 maanden aaneensluitend alleen op een cel verblijven.


De klacht ging daarnaast ook over het niet beschikken over een eigen televisie. Volgens de directie moet elke gedetineerde die een tv huurt, deze delen met de aanwezige celgenoten.
In de wetgeving wordt niet bepaald dat elke cel moet uitgerust zijn met een televisie. In het huishoudelijk reglement van de gevangenis van Gent wordt wel bepaald dat een gedetineerde een tv kan huren. Klager toont niet aan dat deze mogelijkheid hem door of namens de directie werd ontzegd. Hij brengt zijn klacht ook niet in verband met een verzuim van de directie om een beslissing te nemen. Hij beklaagt zich enkel en alleen over het feit dat hij niet over een eigen televisie beschikt. Dit is geen individuele beslissing die door de gevangenisdirectie ten aanzien van klager werd genomen.
Dit deel van de klacht is daarom niet-ontvankelijk.
Un dossier d'appel a été ouvert avec la référence BC/24-0387