Ga verder naar de inhoud

KC09/24-0013

Non fondée KC - Gent Commission des plaintes Autre décision directeur
CELMUTATIE - OVERBEVOLKING - GRONDSLAPER - MEERPERSOONSCEL

De klacht gaat over de beslissing namens de directie van de gevangenis waarbij klager werd overgeplaatst naar een cel waarin hij op de grond moest slapen.

De beslissing tot (over)plaatsing van een gedetineerde in een bepaalde cel, ook al zou deze beslissing in bepaalde gevallen formeel uitbesteed worden aan andere diensten binnen de gevangenis (zoals het BAD), is minstens steeds een beslissing namens de directie is of toch een beslissing die (mee) door de directie zou moeten worden genomen. De klacht is ontvankelijk.

Volgens klager is de beslissing een verdoken tuchtsanctie. Voor het overige haalt klager geen enkel argument aan waarom de beslissing volgens hem onwettig is.
De klachtencommissie ziet geen redenen om aan te nemen dat de beslissing een bestraffend karakter had. De klachtencommissie acht de verklaring van de directie, dat de celmutatie diende te
gebeuren in het kader van de overbevolking en dat dit niets te maken had met het gegeven dat klager eerder die dag een inkomende gedetineerde op zijn cel weigerde, aannemelijk.
De beslissing van de directie was niet onwettig.

De klachtencommissie ontkent niet dat een beslissing die tot gevolg heeft dat de voor een gedetineerde beschikbare persoonlijke ruimte in een meerpersoonscel wordt ingeperkt, in
bepaalde gevallen onwettig kan zijn. Zo is er volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is er een sterk vermoeden dat de opsluiting in strijd is met het verbod op onmenselijke behandeling, wanneer een gedetineerde beschikt over minder dan 3 m² per gedetineerde in een meerpersoonscel.

Klager voert niet aan dat hij naar aanleiding van de beslissing over minder dan 3 m² persoonlijke ruimte beschikte. De directie werpt zelf op dat klager in de cel waarin hij op de grond diende te slapen, over meer dan 3 m² persoonlijke ruimte beschikte. Klager haalt ook geen elementen aan waaruit blijkt dat de beslissing van de directie onredelijk zou zijn. De directie stelt daarentegen dat bij de beslissing tot celmutatie rekening werd gehouden met het feit dat de celgenoot, net zoals klager, een niet-roker is en met het gegeven dat de celgenoot iemand is die veel tijd buiten de cel doorbrengt.
De beslissing is dus ook niet onredelijk.

De klacht is ongegrond.
Un dossier d'appel a été ouvert avec la référence BC/24-0148