Ga verder naar de inhoud

KC09/24-0011

Non fondée KC - Gent Commission des plaintes Disciplinaire
TUCHT - WANDELING

Klager werd in voorliggende zaak schuldig bevonden aan tuchtinbreuken van de tweede categorie namelijk “het niet-naleven van de door het huishoudelijk reglement voorgeschreven bepalingen” en “het zich zonder toelating bevinden in een ruimte binnen de toegestane tijdsperiode of in een ruimte die men niet gerechtigd is te betreden”.
De directie is tot deze beslissing gekomen op basis van feiten van die werden beschreven in een rapport aan de directeur (“RAD”) over klager en op basis van hetgeen klager verklaarde tijdens de tuchtrechtelijke hoorzitting.

In het RAD wordt beschreven dat klager meeglipte met de “groene wandeling” terwijl hij op de “gele wandeling” ingeschreven staat. De maand daarvoor kreeg hij reeds tucht voor hetzelfde feit.
Klager gaf de feiten tijdens de tuchtrechtelijke hoorzitting toe. Ook in zijn klacht betwist hij de tuchtrechtelijke inbreuken niet. De directeur kon dan ook redelijkerwijze voortgaan op het RAD om de tuchtinbreuk als bewezen te beschouwen.

Klager haalde aan dat hij de tuchtinbreuk beging omdat hij een “probleem” had op de “gele wandeling”. De directie reageerde hierop dat klager kon vragen om van wandeling te veranderen.
Het door klager aangehaalde argument dat hij problemen heeft op de gele wandeling, rechtvaardigt de tuchtinbreuk ook volgens de klachtencommissie niet. Zoals de directie ook al aan klager meedeelde, kan hij desgewenst een gemotiveerde aanvraag doen om van wandeling te veranderen.

Klager kreeg een bijzondere tuchtsanctie, meer bepaald een verbod om deel te nemen aan de gemeenschappelijke wandeling gedurende 8 dagen. De directie kan dergelijk verbod voor een inbreuk van de tweede categorie voor maximum 15 dagen opleggen. De tuchtsanctie ten aanzien van klager valt dus ruim binnen de maximumduur. De tuchtbeslissing is niet onwettig of onredelijk. De klacht is ongegrond.