Ga verder naar de inhoud

KC05/24-0096

Fondée KC - Brugge Commission des plaintes Mesure d'ordre
ORDEMAATREGEL – BEZOEK – BIJZONDERE VEILIGHEIDSMAATREGEL

De klacht is gericht tegen een ordemaatregel, waarbij aan klager glasbezoek werd opgelegd. Deze ordemaatregel werd genomen naast en bovenop een beslissing waarbij ten aanzien van klager opgelegde bijzondere veiligheidsmaatregelen een tweede keer werden verlengd (zie KC05/24-0095). De klachtencommissie wijst erop dat de gedetineerde die het voorwerp uitmaakt van een bijzondere veiligheidsmaatregel in principe het recht op contacten met de buitenwereld behoudt, of toch voor zover de uitoefening van deze rechten niet onverenigbaar is met de veiligheidsmaatregel. Zij stelt vast dat het opnemen van de beperking van klagers bezoeken tot glasbezoek een louter vormelijke ingreep was. De motivering van de ordemaatregel is quasi identiek dezelfde als deze van de beslissingen tot bijzondere veiligheidsmaatregelen. De klachtencommissie acht het onvoldoende gemotiveerd welke specifieke aanwijzingen er bestonden waaruit de directie afleidde dat er zich tijdens het bezoek incidenten zouden kunnen voordoen die de orde en veiligheid in het gedrang zouden kunnen brengen. Daarnaast blijkt de ordemaatregel ook van onbepaalde duur te zijn. De klachtencommissie bevestigt dat een bijkomende ordemaatregel met een specifieke regime-inperking (bv. glasbezoek) zoals in dit dossier bovenop een bijzondere veiligheidsmaatregel niet per definitie onwettig is. Deze ordemaatregel dient in dat geval echter wel voldoende gemotiveerd te zijn en specifieke elementen te bevatten waaruit haar noodzaak blijkt. Het kan geen louter vormelijke ingreep zijn om te ontsnappen aan de beperking dat de gewenste regime-inperking niet mogelijk is als bijzondere veiligheidsmaatregel. Dit was in dit dossier wel het geval. De klacht is ontvankelijk en gegrond.