KC05/22-0210
Fondée
KC - Brugge
Commission des plaintes
Autre décision directeur
CELMUTATIE - GEZONDHEID
Klager werd overgeleverd bij uitspraak van de rechtbank van Amsterdam met de algemene detentiegarantie.
Klager toont niet aan dat de quatrocel waarin hij verblijft niet in overeenstemming is met deze detentiegarantie. Klager weerlegt de stelling van de directie, dat de monocellen en quatrocellen wel degelijk aan de detentiegarantie voldoen, ook niet. De klachtencommissie kan geen onwettigheid vaststellen in de beslissing tot plaatsing van klager in een quatrocel.
De blootstelling aan passief roken kan een schending van artikel 3 EVRM zijn in combinatie met andere elementen, maar is op zichzelf geen schending van artikel 3 EVRM. In het geval van klager worden er geen andere elementen gestaafd, waardoor de beslissing om klager, als niet-roker, bij rokers te plaatsen, niet onwettig is.
De directie stelt echter zelf dat het “not done” is dat rokers en niet-rokers bij elkaar worden geplaatst. De klachtencommissie sluit zich hier volledig bij aan en treedt ook de advocate van klager bij dat het algemeen geweten is dat passief roken hoe dan ook schadelijk is voor de gezondheid. De directie ontkent ook niet dat er geen afzuiginstallatie in de cel aanwezig is. Los van het fysieke is er ook het psychische aspect dat de situatie voor spanningen zorgt tussen de gedetineerden aanwezig in de cel. In afweging van bovenstaande belangen vindt de klachtencommissie de beslissing om klager als niet-roker bij rokers te plaatsen dan ook onredelijk. De klacht is gegrond.
De klachtencommissie draagt de directie van de gevangenis van Brugge op om klager onmiddellijk over te plaatsen naar een cel waarin geen rokers aanwezig zijn. Deze cel moet bovendien overeenstemmen met de algemene detentiegarantie zoals aan klager toegekend.
Klager werd overgeleverd bij uitspraak van de rechtbank van Amsterdam met de algemene detentiegarantie.
Klager toont niet aan dat de quatrocel waarin hij verblijft niet in overeenstemming is met deze detentiegarantie. Klager weerlegt de stelling van de directie, dat de monocellen en quatrocellen wel degelijk aan de detentiegarantie voldoen, ook niet. De klachtencommissie kan geen onwettigheid vaststellen in de beslissing tot plaatsing van klager in een quatrocel.
De blootstelling aan passief roken kan een schending van artikel 3 EVRM zijn in combinatie met andere elementen, maar is op zichzelf geen schending van artikel 3 EVRM. In het geval van klager worden er geen andere elementen gestaafd, waardoor de beslissing om klager, als niet-roker, bij rokers te plaatsen, niet onwettig is.
De directie stelt echter zelf dat het “not done” is dat rokers en niet-rokers bij elkaar worden geplaatst. De klachtencommissie sluit zich hier volledig bij aan en treedt ook de advocate van klager bij dat het algemeen geweten is dat passief roken hoe dan ook schadelijk is voor de gezondheid. De directie ontkent ook niet dat er geen afzuiginstallatie in de cel aanwezig is. Los van het fysieke is er ook het psychische aspect dat de situatie voor spanningen zorgt tussen de gedetineerden aanwezig in de cel. In afweging van bovenstaande belangen vindt de klachtencommissie de beslissing om klager als niet-roker bij rokers te plaatsen dan ook onredelijk. De klacht is gegrond.
De klachtencommissie draagt de directie van de gevangenis van Brugge op om klager onmiddellijk over te plaatsen naar een cel waarin geen rokers aanwezig zijn. Deze cel moet bovendien overeenstemmen met de algemene detentiegarantie zoals aan klager toegekend.