ORDEMAATREGEL - ARBEID - ONTSLAG - HOORPLICHT
De directie beschikt bij het toewijzen van arbeid over een discretionaire bevoegdheid. De directie kan beslissen om een gedetineerde af te zetten van het werk indien de gedetineerde de op de werkplaats geldende regels (zoals een rookverbod) niet naleeft en de orde en veiligheid in het gedrang brengt. De beslissing hiertoe werd afdoende gemotiveerd en staat in verhouding met de vaststellingen.
De directeur is niet verplicht een tuchtprocedure op te starten naar aanleiding van een rapport aan de directeur. Het rapport aan de directeur is een document dat aanleiding kàn vormen voor het opstarten van een tuchtprocedure, doch de directeur bepaalt vrij de bewijswaarde van dergelijk rapport.
In het kader van een beslissing tot afzetting van werk is de directeur niet verplicht de gedetineerde eerst te horen.
De klacht is ongegrond.
De directie beschikt bij het toewijzen van arbeid over een discretionaire bevoegdheid. De directie kan beslissen om een gedetineerde af te zetten van het werk indien de gedetineerde de op de werkplaats geldende regels (zoals een rookverbod) niet naleeft en de orde en veiligheid in het gedrang brengt. De beslissing hiertoe werd afdoende gemotiveerd en staat in verhouding met de vaststellingen.
De directeur is niet verplicht een tuchtprocedure op te starten naar aanleiding van een rapport aan de directeur. Het rapport aan de directeur is een document dat aanleiding kàn vormen voor het opstarten van een tuchtprocedure, doch de directeur bepaalt vrij de bewijswaarde van dergelijk rapport.
In het kader van een beslissing tot afzetting van werk is de directeur niet verplicht de gedetineerde eerst te horen.
De klacht is ongegrond.