Ga verder naar de inhoud

KC04/24-0091

Non fondée KC - Beveren Commission des plaintes Disciplinaire
TUCHT

De klacht betreft de tuchtbeslissing van de directie van de gevangenis.

Volgens het RAD had klager geen t-shirt aan toen het eten werd bedeeld, de eambte en directeur hebben hem gevraagd om zijn t-shirt aan te trekken voor ze hem zijn eten zouden overhandigen.
Klager weigerde dit, waarop de beambte en directeur de klager zijn eten niet hebben bedeeld. Klager ontkende de feiten op de tuchtrechtelijke hoorzitting en voerde aan dat het de directie was die heeft gezegd “geen t-shirt, geen eten”, niet omgekeerd. De directie achtte de tuchtinbreuk als bewezen.

Een RAD is een gegeven waarop de directie haar beoordeling van het bestaan en de ernst van de feiten kan steunen. Dit neemt niet weg dat wanneer de feiten worden betwist, het de directie toekomt
rekening te houden met het verweer van de gedetineerde om de bewijswaarde van het rapport te beoordelen. De klachtencommissie is in dit kader bevoegd om na te gaan of de feitenvinding zorgvuldig gebeurde, of de directie is uitgegaan van de juiste feitelijke gegevens en of zij haar appreciatiebevoegdheid op een zorgvuldige wijze heeft uitgeoefend.

Het RAD dat ten aanzien van klager werd opgesteld, is naar het oordeel van de klachtencommissie gedetailleerd en nauwkeurig. Daartegenover staat de ontkenning door klager van de feiten.
Het gaat om een woord tegen woord situatie. In zo’n geval, meent de klachtencommissie dat het niet onredelijk is dat de directie steunt op het RAD als bewijs. Dat de directie de feiten dan ook
bewezen achtte en klager hieraan schuldig achtte, is niet onwettig, onredelijk of onbillijk.

De feiten werden gekwalificeerd als
- een tuchtinbreuk van de eerste categorie: de opzettelijke aantasting van de orde
- een tuchtinbreuk van de tweede categorie: het beledigen van personen die zich in de gevangenis bevinden
Bij samenloop tussen tuchtrechtelijke inbreuken worden de verschillende inbreuken bestraft als één tuchtrechtelijke inbreuk van dezelfde categorie als de zwaarste van de samenlopende
tuchtinbreuken, in casu de tuchtinbreuk van de eerste categorie.

De maximumsanctie ATV voor een tuchtinbreuk van de eerste categorie is dertig dagen. De tuchtsanctie is aldus wettelijk.
De klachtencommissie acht de tuchtsanctie bovendien ook niet onredelijk of onbillijk, gegeven de omstandigheid dat de feiten zich afspeelden tijdens een staking en het tuchtrechtelijk verleden van klager. Om deze redenen is de klacht ongegrond. De bestreden tuchtbeslissing blijft bestaan.