TUCHT - PERSONEEL
De klacht is gericht tegen een tuchtbeslissing van de directie van de gevangenis van Beveren.
Klager kreeg bij tuchtbeslissing een sanctie van tien dagen, waarvan vijf dagen voorwaardelijk voor een duur van twee maanden, verbod om deel te nemen aan culturele, sportieve of ontspanningsactiviteiten in gemeenschappelijk verband (“geen open regime”) voor het beledigen van personen die zich in de gevangenis bevinden. Gelet op de vaststellingen uit het RAD en de verklaringen van klager tijdens de tuchtrechtelijke hoorzitting, acht de klachtencommissie het redelijk dat de directie de feiten bewezen achtte en ze aan klager toerekende.
De directie kwalificeerde de feiten als het beledigen van personen die zich in de gevangenis bevinden . De klachtencommissie acht de kwalificatie correct en voldoende gemotiveerd door de directie in haar tuchtbeslissing.
Klager kreeg tien dagen, waarvan vijf voorwaardelijk voor een duur van twee maanden, verbod om deel te nemen aan culturele, sportieve of ontspanningsactiviteiten in gemeenschappelijk verband (“geen open regime”) opgelegd. De sanctie is wettelijk. De klachtencommissie acht deze sanctie ook redelijk, gelet op het voorwaardelijke karakter van de helft van de sanctie en rekening houdend met klagers tuchtrechtelijke voorgaanden.
Om deze redenen is de klacht niet gegrond.
De klacht is gericht tegen een tuchtbeslissing van de directie van de gevangenis van Beveren.
Klager kreeg bij tuchtbeslissing een sanctie van tien dagen, waarvan vijf dagen voorwaardelijk voor een duur van twee maanden, verbod om deel te nemen aan culturele, sportieve of ontspanningsactiviteiten in gemeenschappelijk verband (“geen open regime”) voor het beledigen van personen die zich in de gevangenis bevinden. Gelet op de vaststellingen uit het RAD en de verklaringen van klager tijdens de tuchtrechtelijke hoorzitting, acht de klachtencommissie het redelijk dat de directie de feiten bewezen achtte en ze aan klager toerekende.
De directie kwalificeerde de feiten als het beledigen van personen die zich in de gevangenis bevinden . De klachtencommissie acht de kwalificatie correct en voldoende gemotiveerd door de directie in haar tuchtbeslissing.
Klager kreeg tien dagen, waarvan vijf voorwaardelijk voor een duur van twee maanden, verbod om deel te nemen aan culturele, sportieve of ontspanningsactiviteiten in gemeenschappelijk verband (“geen open regime”) opgelegd. De sanctie is wettelijk. De klachtencommissie acht deze sanctie ook redelijk, gelet op het voorwaardelijke karakter van de helft van de sanctie en rekening houdend met klagers tuchtrechtelijke voorgaanden.
Om deze redenen is de klacht niet gegrond.