TUCHT - HUISHOUDELIJK REGLEMENT - SANCTIE - MOTIVERING
De klacht is gericht tegen een tuchtbeslissing van de directie van de gevangenis van Beveren.
Klager kreeg bij tuchtbeslissing een tuchtsanctie van 5 dagen individuele wandeling voor het niet-naleven van de door het huishoudelijk reglement voorgeschreven bepalingen (een inbreuk van de tweede categorie).
De klachtencommissie stelt vast dat aan klager een bijzondere tuchtsanctie werd opgelegd. In de Basiswet wordt bepaald dat een dergelijke sanctie voor een maximumduur van vijftien dagen kan worden opgelegd voor een inbreuk van de tweede categorie, mits er een verband is met de aard of de omstandigheden van de tuchtinbreuk. Dit betreft het vereiste “spiegelende karakter” van een bijzondere tuchtsanctie.
In de bestreden tuchtbeslissing wordt niet gemotiveerd wat het verband is tussen de aard of de omstandigheden van de inbreuk (het bezitten van een tondeuse van een medegedetineerde) en de opgelegde tuchtsanctie (vijf dagen individuele wandeling). Uit geen enkel stuk blijkt voor de klachtencommissie ook waaruit dit verband zou kunnen bestaan.
De opgelegde tuchtsanctie is om die reden onwettig.
De klacht is gegrond.
Aan klager wordt de volgende tegemoetkoming toegekend: één extra videobezoek.
De klacht is gericht tegen een tuchtbeslissing van de directie van de gevangenis van Beveren.
Klager kreeg bij tuchtbeslissing een tuchtsanctie van 5 dagen individuele wandeling voor het niet-naleven van de door het huishoudelijk reglement voorgeschreven bepalingen (een inbreuk van de tweede categorie).
De klachtencommissie stelt vast dat aan klager een bijzondere tuchtsanctie werd opgelegd. In de Basiswet wordt bepaald dat een dergelijke sanctie voor een maximumduur van vijftien dagen kan worden opgelegd voor een inbreuk van de tweede categorie, mits er een verband is met de aard of de omstandigheden van de tuchtinbreuk. Dit betreft het vereiste “spiegelende karakter” van een bijzondere tuchtsanctie.
In de bestreden tuchtbeslissing wordt niet gemotiveerd wat het verband is tussen de aard of de omstandigheden van de inbreuk (het bezitten van een tondeuse van een medegedetineerde) en de opgelegde tuchtsanctie (vijf dagen individuele wandeling). Uit geen enkel stuk blijkt voor de klachtencommissie ook waaruit dit verband zou kunnen bestaan.
De opgelegde tuchtsanctie is om die reden onwettig.
De klacht is gegrond.
Aan klager wordt de volgende tegemoetkoming toegekend: één extra videobezoek.