Ga verder naar de inhoud

KC04/24-0001

Non fondée KC - Beveren Commission des plaintes Mesure provisoire Disciplinaire
VOORLOPIGE MAATREGEL - MOTIVERING - TUCHT - TOEREKENBAARHEID

Klager dient klacht in tegen:
- een voorlopige maatregel
- een tuchtbeslissing

1. De voorlopige maatregel

De klachtencommissie meent dat de directie op basis van de vondst van een verborgen gsm-toestel en verboden substanties redelijkerwijze kon oordelen dat er een ernstige en opzettelijke aantasting van de interne veiligheid was en een voorlopige maatregel kon opleggen.

2. De tuchtbeslissing

Klager voert aan dat de gsm en verboden substanties toebehoren aan zijn celgenoot X.

Uit het vermoeden van onschuld volgt dat het tuchtfeit aan de tuchtrechtelijk vervolgde individueel kan worden toegerekend. De klachtencommissie acht dat dit het geval is. Er was namelijk geen sprake van een ondubbelzinnige bekentenis in hoofde van celgenoot X, die de verantwoordelijkheid van de andere celgenoten, waaronder klager, uitsluit. Ten eerste, stond de gsm ingesteld in een taal die celgenoot X niet goed machtig is. Daarbovenop heeft de directie celgenoot X de kans gegeven tijdens de tuchtrechtelijke hoorzitting om aan te tonen dat het zijn gsm is door de gsm te ontgrendelen. Celgenoot X weigerde dit, zelfs toen hem werd voorgesteld dit enkel te doen t.a.v. zijn advocaat.

Gegeven dat er geen sprake is van een ondubbelzinnige bekentenis, acht de klachtencommissie het redelijk dat de directie de verhalen van de overige twee celgenoten ongeloofwaardig heeft geacht, inclusief dat van klager. Klager beperkt zich namelijk tot een ontkenning van enige betrokkenheid, waarbij hij verwijst naar de bekentenis van celgenoot.