Ga verder naar de inhoud

KC04/22-0153

Non fondée KC - Beveren Commission des plaintes Mesure provisoire Disciplinaire
VOORLOPIGE MAATREGEL - VERBODEN SUBSTANTIES - TUCHT - CAMERABEELDEN

De klachtencommissie is van oordeel dat er een ernstige en opzettelijke aantasting was van de interne veiligheid, enerzijds door het vinden van de verboden substantie en anderzijds het navolgende gedrag van klager, die de respectievelijke voorlopige maatregelen rechtvaardigen. De voorlopige maatregelen zijn wettelijk, redelijk en billijk. De klacht tegen de voorlopige maatregelen is niet gegrond.

Het RAD v met betrekking tot de vondst van de verboden substantie is gebaseerd op de vaststellingen van de dienstdoende PBA. Het rapport is duidelijk en gedetailleerd. Het personeelslid dat het rapport heeft opgesteld, vermeldt geen twijfel in het rapport. Er zijn geen tegenstrijdigheden tussen het rapport en andere elementen uit het dossier. Klager ontkent dat hij de verboden substantie in de afstandsbediening gestoken heeft en vraagt om de camerabeelden te bekijken. Er rust op de directie geen verplichting om camerabeelden te bekijken, voor zover er geen tegenindicaties zijn waardoor getwijfeld kan worden aan de feiten zoals beschreven in het RAD. De klachtencommissie meent dat de directie haar onderzoek voldoende zorgvuldig gevoerd heeft door zich enkel te baseren op het RAD, daar dit uitgebreid en duidelijk was en er ook geen camerabeelden beschikbaar waren van in de cel, waardoor het bekijken van de camerabeelden geen meerwaarde zou hebben opgeleverd. De klachtencommissie besluit dan ook dat de tuchtinbreuk bewezen is en dat deze correct werd gekwalificeerd in de tuchtbeslissing. De sanctie is wettelijk, redelijk en billijk. De klacht tegen de tuchtbeslissing is niet gegrond.