KC04/22-0149
Non fondée
Fondée
KC - Beveren
Commission des plaintes
Autre décision directeur
Mesure de sécurité particulière
Disciplinaire
BIJZONDERE VEILIGHEIDSMAATREGEL - TUCHT - ORDEMAATREGEL - CELMUTATIE
De klachtencommissie stelt vast dat de procedure voor het opleggen van een bijzondere veiligheidsmaatregel correct gevolgd is. Eveneens stelt zij vast dat klager tijdens het horen omtrent het opleggen van een bijzondere veiligheidsmaatregel niet aangeeft dat hij iets metaalachtig opgegeten zou kunnen hebben en dat dat wellicht de reden is dat de MDP bleef afgaan. De directie kon oordelen dat er elementen waren die ernstige aanwijzingen vormden van een gevaar voor de orde en de veiligheid. Klager uitsluiten van gemeenschappelijke activiteiten en bijzondere bewaking opleggen lieten toe nauwgezet en individueel op hem toe te zien. De BVM, die opgelegd werd vanuit preventief opzicht, werd beëindigd van zodra een tuchtbeslissing volgde, zoals de Basiswet het ook vereist. De klacht tegen de BVM is niet gegrond.
De directie heeft zich voor het bewijs en de kwalificatie van de in de RAD’s ten laste gelegde feiten, gebaseerd op de vaststellingen van de dienstdoende PBA’s:
- De klachtencommissie meent dat de inbreuk met betrekking tot de opzettelijke aantasting van de orde weerhouden kan worden: klager heeft de orde verstoord door niet aan te geven dat hij spullen opeet.
- De klachtencommissie meent dat de verklaring van klager dat hij gebeten heeft op zijn koptelefoon (en niet op een USB-stick) minstens geloofwaardig is. Er is geen foto gevoegd van het stuk metaal dat gevonden is. Op basis van twijfel kan de tuchtinbreuk met betrekking tot het bezit of het gebruik van technologische middelen die onregelmatige communicatie met de buitenwereld mogelijk maken niet weerhouden worden.
- Klager ontkent niet dat de DVD-speler sporen van manipulatie vertoonde, hij zei enkel dat hij deze uitgeleend had aan een andere gedetineerde en niet had gezien dat hij deze in die staat terug kreeg. Klager is verantwoordelijk voor zijn spullen. Indien hij beslist om zijn DVD-speler uit te lenen, is het aan hem om de staat ervan te controleren bij teruggave en dit te melden wanneer hij iets abnormaal opmerkt. De tuchtinbreuk kan weerhouden worden.
De tuchtprocedure is wettelijk verlopen en de sanctie is redelijk en billijk, evenwel diende de duur van de BVM in minder gebracht te worden van de tuchtsanctie. De klacht is gedeeltelijk gegrond.
De klacht tegen de ordemaatregel beperkt zich tot de plaatsing in de cel met niet-rokers. Klager heeft last van moeilijke ademhaling/hyperventilatie in kleine ruimtes en claustrofobie. Ook al zijn de ademhalingsproblemen van klager voornamelijk gelinkt aan zijn claustrofobie, toch dient hier bijzondere waakzaamheid voor te zijn. De huidige celgenoten van klager kunnen niet verplicht worden om niet te roken op cel, hetgeen wellicht voor spanningen zorgt. De klachtencommissie acht de beslissing om klager als niet-roker bij rokers te plaatsen onredelijk. De klacht is in die zin gegrond. Klager moet overgeplaatst worden.
De klachtencommissie stelt vast dat de procedure voor het opleggen van een bijzondere veiligheidsmaatregel correct gevolgd is. Eveneens stelt zij vast dat klager tijdens het horen omtrent het opleggen van een bijzondere veiligheidsmaatregel niet aangeeft dat hij iets metaalachtig opgegeten zou kunnen hebben en dat dat wellicht de reden is dat de MDP bleef afgaan. De directie kon oordelen dat er elementen waren die ernstige aanwijzingen vormden van een gevaar voor de orde en de veiligheid. Klager uitsluiten van gemeenschappelijke activiteiten en bijzondere bewaking opleggen lieten toe nauwgezet en individueel op hem toe te zien. De BVM, die opgelegd werd vanuit preventief opzicht, werd beëindigd van zodra een tuchtbeslissing volgde, zoals de Basiswet het ook vereist. De klacht tegen de BVM is niet gegrond.
De directie heeft zich voor het bewijs en de kwalificatie van de in de RAD’s ten laste gelegde feiten, gebaseerd op de vaststellingen van de dienstdoende PBA’s:
- De klachtencommissie meent dat de inbreuk met betrekking tot de opzettelijke aantasting van de orde weerhouden kan worden: klager heeft de orde verstoord door niet aan te geven dat hij spullen opeet.
- De klachtencommissie meent dat de verklaring van klager dat hij gebeten heeft op zijn koptelefoon (en niet op een USB-stick) minstens geloofwaardig is. Er is geen foto gevoegd van het stuk metaal dat gevonden is. Op basis van twijfel kan de tuchtinbreuk met betrekking tot het bezit of het gebruik van technologische middelen die onregelmatige communicatie met de buitenwereld mogelijk maken niet weerhouden worden.
- Klager ontkent niet dat de DVD-speler sporen van manipulatie vertoonde, hij zei enkel dat hij deze uitgeleend had aan een andere gedetineerde en niet had gezien dat hij deze in die staat terug kreeg. Klager is verantwoordelijk voor zijn spullen. Indien hij beslist om zijn DVD-speler uit te lenen, is het aan hem om de staat ervan te controleren bij teruggave en dit te melden wanneer hij iets abnormaal opmerkt. De tuchtinbreuk kan weerhouden worden.
De tuchtprocedure is wettelijk verlopen en de sanctie is redelijk en billijk, evenwel diende de duur van de BVM in minder gebracht te worden van de tuchtsanctie. De klacht is gedeeltelijk gegrond.
De klacht tegen de ordemaatregel beperkt zich tot de plaatsing in de cel met niet-rokers. Klager heeft last van moeilijke ademhaling/hyperventilatie in kleine ruimtes en claustrofobie. Ook al zijn de ademhalingsproblemen van klager voornamelijk gelinkt aan zijn claustrofobie, toch dient hier bijzondere waakzaamheid voor te zijn. De huidige celgenoten van klager kunnen niet verplicht worden om niet te roken op cel, hetgeen wellicht voor spanningen zorgt. De klachtencommissie acht de beslissing om klager als niet-roker bij rokers te plaatsen onredelijk. De klacht is in die zin gegrond. Klager moet overgeplaatst worden.