Ga verder naar de inhoud

KC04/22-0011

Fondée KC - Beveren Commission des plaintes Disciplinaire
TUCHT - KWALIFICATIE INBREUK - SUBSIDIARITEIT

De klacht is gericht tegen een tuchtbeslissing waarbij klager een berisping krijgt. Klager wordt gesanctioneerd voor de opzettelijke aantasting van de psychische integriteit van personen, of de bedreiging daarmee. Nergens in de tuchtbeslissing motiveert de directie waarom zij meent dat de feiten beschreven in het tuchtrapport de voormelde tuchtinbreuk uitmaken. Volgens de Klachtencommissie is uit het tuchtrapport zelfs helemaal niet duidelijk dat er enige tuchtinbreuk is gepleegd door klager. Er zijn geen feiten die kunnen worden gekwalificeerd als tuchtinbreuk. Tot slot merkt de Klachtencommissie ook op dat de bepaling van het huishoudelijk reglement die artikel 106 van de Basiswet herneemt kan niet als grondslag dienen om als een soort van ‘vangnetbepaling’ om om het even welk gedrag, dat niet onder een van de andere tuchtinbreuken zoals bepaald in de wet kan ondergebracht worden, als tuchtinbreuk aan te merken. Gezien er geen tuchtinbreuk kan worden weerhouden ten aanzien van klager, is er geen reden om een tuchtbeslissing op te leggen aan klager. De tuchtbeslissing moet vernietigd worden. De klacht tegen de tuchtbeslissing is gegrond.