Ga verder naar de inhoud

KC04/21-0075

Non fondée KC - Beveren Commission des plaintes Mesure provisoire Disciplinaire
TUCHT - VOORLOPIGE MAATREGEL

De klacht is gericht tegen de voorlopige maatregel en de tuchtsanctie die daarop volgde.

Met betrekking tot de voorlopige maatregel (VM), stelt de klachtencommissie in de eerste plaats vast dat klager zelf zou hebben verzocht om geplaatst te worden in de beveiligde cel. Verder meent de klachtencommissie dat de directie op basis van het rapport aan de directeur (RAD) kon beslissen dat er sprake was van een ernstige en opzettelijke aantasting van de interne veiligheid. De beslissing tot het opleggen van een voorlopige maatregel is genomen conform de Basiswet. De klacht is ongegrond.

Met betrekking tot de tuchtbeslissing, stelt de klachtencommissie vast dat de tuchtprocedure correct is gevolgd. Op basis van het rapport aan de directeur (RAD) kon de directie volgens de klachtencommissie de tuchtinbreuk bewezen achten. Het RAD is immers uitgebreid en nauwkeurig opgesteld en uit het verslag van de tuchtzitting blijkt dat klager toegeeft dat hij gezegd heeft dat hij zijn cel zou afbreken. De klachtencommissie meent daarom dat het opleggen van een voorwaardelijke tuchtsanctie van 5 overnachtingen in de strafcel niet onredelijk of onevenredig is. De klacht is ongegrond.